ECLI:NL:RBZWB:2024:3302
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake persoonsgebonden budget en zorginkoop
Op 22 mei 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van verzoekster, vertegenwoordigd door mr. B. Wallage, tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Verzoekster had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in verband met besluiten van 19 maart 2024, waarin aan cliënten van verzoekster werd meegedeeld dat zij met hun persoonsgebonden budget (pgb) geen zorg bij verzoekster mochten inkopen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat verzoekster onvoldoende spoedeisend belang had aangetoond. Verzoekster stelde dat zij in een financiële noodsituatie verkeerde door beslag op haar vermogen en dat haar cliënten overwegen om naar andere zorgverleners over te stappen. De voorzieningenrechter concludeerde echter dat de financiële situatie van verzoekster voornamelijk het gevolg was van het beslag en niet van het verlies van inkomsten uit het pgb. Bovendien was niet onderbouwd dat verzoekster niet in staat zou zijn om haar vaste lasten te voldoen. De voorzieningenrechter benadrukte dat de voorlopige voorzieningenprocedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen, waarbij spoedeisendheid een belangrijke rol speelt. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.