4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 8 januari 2023 te Wijk en Aalburg, gemeente Altena, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een personenauto merk Peugeot type 307, daarmede rijdende over de weg, de Rivelstraat, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft hij, verdachte, zeer onvoorzichtig,
- terwijl hij onder invloed van te veel alcohol, in combinatie met het
geneesmiddel Desmethyldiazepam, verkeerde,
- met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto's toegestane maximum
snelheid van 60 kilometer per uur gereden en
- niet de nodige voorzichtigheid in acht genomen en
- zijn personenauto onvoldoende op de voor hem bestemde weghelft gehouden
en
- zijn voertuig niet tijdig tot stilstand kunnen brengen,
ten gevolge waarvan verdachte met zijn personenauto in botsing is gekomen met een boom, door welk verkeersongeval de (mede)inzittende van die Peugeot, zijnde [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, te weten neurotrauma met diffuse schade, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
2
subsidiair
op 8 januari 2023 te Wijk en Aalburg, gemeente Altena als bestuurder van een personenauto, dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten ethanol (alcohol) en Desmethyldiazepam, waarvan hij wist, dat het gebruik daarvan de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.