ECLI:NL:RBZWB:2024:3263
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep tegen de weigering van een omgevingsvergunning voor recreatieve verhuur van appartementen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eisers tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere om een van rechtswege ontstane omgevingsvergunning voor de recreatieve verhuur van appartementen in het appartementencomplex '[naam appartementencomplex]' bekend te maken. De rechtbank heeft het beroep op 27 februari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van het college aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de derde partij, de Vereniging van Eigenaren.
De zaak begon met een aanvraag om omgevingsvergunning die op 25 maart 2022 werd ingediend door een eigenaar van een appartement, namens 26 andere eigenaren. Het college heeft de beslistermijn meerdere keren verlengd en uiteindelijk op 3 november 2022 de vergunning geweigerd. Eisers stelden het college in gebreke wegens het niet tijdig bekendmaken van de vergunning, maar het college weigerde dit verzoek, stellende dat er geen vergunning van rechtswege was verleend.
De rechtbank oordeelt dat eisers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat zij geen eigenaar zijn van een appartement in het complex en niet direct betrokken zijn bij de aanvraag. Het verzoek van eisers om publicatie van de vergunning kan niet worden aangemerkt als een aanvraag, en daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank benadrukt dat eisers hun argumenten over de vergunning van rechtswege kunnen aanvoeren in een andere procedure tegen de verlening van de omgevingsvergunning.