ECLI:NL:RBZWB:2024:3232

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
BRE 24/3188
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan ingebrekestelling in bestuursrechtelijke procedure

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 mei 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de Dienst Toeslagen beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een afwijzende beschikking van 5 december 2022, die betrekking had op haar aanvraag voor kinderopvangtoeslag. Dit bezwaar was op 22 september 2023 ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat eiseres geen ingebrekestelling heeft verzonden. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het noodzakelijk dat een betrokkene het bestuursorgaan per brief op de hoogte stelt dat er binnen twee weken een beslissing moet komen op zijn aanvraag of bezwaar. Eiseres heeft deze stap niet gezet, waardoor de rechtbank niet inhoudelijk op het beroep kan ingaan.

De rechtbank verduidelijkt dat de ingebrekestelling die door verweerder op 7 december 2023 is ontvangen, niet relevant is voor de beoordeling van het beroep, omdat deze betrekking heeft op een andere procedure. De rechtbank benadrukt dat het ontbreken van de ingebrekestelling leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat er geen proceskostenveroordeling kan plaatsvinden. De rechtbank roept verweerder op om, voor zover dit nog niet is gebeurd, zo spoedig mogelijk te beslissen op het bezwaarschrift van eiseres.

De uitspraak is gedaan door rechter R.P. Broeders, in aanwezigheid van griffier M.R. Jouvenaar, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/3188

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2024 in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats], eiseres,

(gemachtigde: mr. A. van Tol-Macharoblishvili),
en

Dienst Toeslagen (voorheen Belastingdienst/Toeslagen), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar van 22 september 2023 tegen de afwijzende beschikking eerste toets € 30.000 van 5 december 2022, (verlaat) verzonden op 31 augustus 2023.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
Is het beroep ontvankelijk?
3. Als de betrokkene geen ingebrekestelling stuurt, is het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet inhoudelijk kan beoordelen. In dit geval heeft eiseres geen ingebrekestelling verstuurd die betrekking heeft op haar bezwaarschrift. De ingebrekestelling van 7 december 2023, door verweerder ontvangen op 12 december 2023, gaat namelijk over de integrale herbeoordeling van eiseres haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag.
3.1.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.2.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift, niet wegneemt dat verweerder inmiddels had moeten beslissen op het bezwaarschrift en, voor zover hij dit nog niet heeft gedaan, dit zo spoedig mogelijk alsnog dient te doen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 17 mei 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.