ECLI:NL:RBZWB:2024:323
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in WIA-zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 januari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV van 6 juli 2023 behandeld. Eiseres had een beroep ingesteld met betrekking tot haar aanspraak op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht binnen een bepaalde termijn moet worden voldaan. Eiseres is door de griffier op 19 augustus 2023 en opnieuw op 17 september 2023 gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht. Ondanks deze waarschuwingen heeft eiseres het griffierecht niet op tijd betaald en heeft zij geen verontschuldigbare reden gegeven voor dit verzuim. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van het beroep niet plaatsvindt en de uitspraak op bezwaar van het UWV in stand blijft. De rechtbank besluit dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.