ECLI:NL:RBZWB:2024:3217

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024
Zaaknummer
02-096247-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 17 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1987. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met één jaar toegewezen. Betrokkene verblijft momenteel in een tbs-instelling en heeft in het verleden een gevangenisstraf van twee maanden en tbs opgelegd gekregen voor bedreigingen en vernieling. De tbs-maatregel is aanvankelijk gestart op 27 mei 2020 en is eerder verlengd in 2022.

De rechtbank heeft de vordering tot verlenging behandeld op een zitting op 3 mei 2024, waar de officier van justitie, de betrokkene en deskundigen aanwezig waren. De tbs-instelling heeft geadviseerd om de tbs te verlengen, gezien de aanhoudende persoonlijkheidspathologie van betrokkene, die wordt gekarakteriseerd door een borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. De deskundigen hebben ook het risico op recidive als matig tot hoog ingeschat bij beëindiging van de tbs-maatregel.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs vereisen. Ondanks de positieve ontwikkelingen in de copingvaardigheden van betrokkene, zijn er nog steeds risicofactoren aanwezig die een verlenging van de tbs noodzakelijk maken. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen, in overeenstemming met de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-096247-19
beslissing van de meervoudige kamer van 17 mei 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [tbs-instelling] te [plaats] .
[betrokkene] wordt hierna aangeduid als ‘betrokkene’.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
  • de vordering van de officier van justitie van 18 maart 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met 1 jaar;
  • de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid over betrokkene van januari 2023 tot en met januari 2024;
  • het verlengingsadvies van [tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) van 7 maart 2024;
  • het rapport van [psychiater] van 9 januari 2024;
  • het rapport van [psycholoog] van 18 januari 2024.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 12 mei 2020 is betrokkene
veroordeeld voor twee bedreigingen en een vernieling. Betrokkene is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden met aftrek van het voorarrest en tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat het ten aanzien van de bedreigingen, gelet op de wijze waarop deze zijn uitgevoerd, gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is aangevangen op 27 mei 2020 en bij beslissing van deze rechtbank van 18 mei 2022 verlengd voor een termijn van twee jaren.
De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de tbs behandeld op de zitting van 3 mei 2024. Ter zitting is de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door mr. N. Wouters, advocaat in Middelburg. Ook is ter zitting als deskundige gehoord [deskundige] , GZ-psycholoog en senior regiebehandelaar bij de tbs-instelling.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met één jaar. Bij betrokkene is nog steeds sprake van persoonlijkheidspathologie die wordt geclassificeerd als een borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken en een inmiddels langdurig in remissie zijnde stoornis in het gebruik van cannabis.
Betrokkene kan makkelijk gekrenkt en emotioneel ontregeld raken, waarbij hij zich zeer fel en verbaal agressief kan uitlaten. Zijn copingvaardigheden zijn enigszins verbeterd in de afgelopen twee jaar, maar het lukt betrokkene nog niet altijd om op tijd te ventileren en spanning te reguleren. Na een fors verbale uitbarsting kan betrokkene zich wel sneller herpakken en hierop terugkomen. Gezien de nog aanwezige risicofactoren, wordt het risico op gewelddadig recidive bij wegvallen van de tbs-maatregel op de lange termijn als matig tot hoog ingeschat. Betrokkene heeft in de afgelopen twee jaar een positieve ontwikkeling doorgemaakt ten aanzien van het opbouwen van beschermende factoren (werk en dagstructuur, vrijetijdsbesteding, verbetering zelfredzaamheid, verbeterde sociale contacten) en heeft anderzijds nog extern risicomanagement in de vorm van vroegsignalering door het team, monitoring van abstinentie en ondersteuning (bij relaties en zelfredzaamheid) nodig. Bij het wegvallen van de tbs-maatregel en het huidige risicomanagement is de inschatting dat betrokkene steeds meer stress zal ervaren, waarbij zijn copingvaardigheden ontoereikend zijn en hij mogelijk zal terugvallen in middelengebruik (cannabis). Dit kan dan uiteindelijk leiden tot een escalatie doordat betrokkene zich fel uitlaat naar anderen en in conflicten raakt, vergelijkbaar aan het indexdelict.
Het onbegeleid verlof wordt in de komende maanden stapsgewijs verder uitgebreid. As dit volledig is opgebouwd, zal intern overlegd worden of betrokkene aangemeld kan worden voor de begeleid wonen setting van de tbs-instelling. Indien de afschaling goed verloopt en risicofactoren laag blijven gezien het geboden risicomanagement, kan er vervolgens onderzocht worden wat een passende vervolgplek is en kan met gemeente [plaats] worden overlegd of betrokkene in [plaats] kan blijven. Na de verlengingszitting zal de reclassering betrokken worden in het kader van forensisch psychiatrisch toezicht.
Er is nog zeker één jaar verlenging nodig om onbegeleid verlof verder op te bouwen en toe te werken naar verdere afschaling van de zorg waarbij moet blijken of betrokkene tijdig risicosignalen onderkent en daar open over is en naar kan handelen. Het doel is om komend jaar toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging.
Ter zitting is de deskundige bij dit advies gebleven.

4.De adviezen van de externe gedragsdeskundigen

[psychiater] heeft in het rapport van 9 januari 2024 geadviseerd om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen, nu het risico op recidive bij beëindiging van de tbs-maatregel hoog is. Bij betrokkene is sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis, met enkele narcistische trekken, en een inmiddels langdurig in remissie zijnde stoornis in het gebruik van cannabis. Continuering van de huidige aanpak is wenselijk en geïndiceerd. De opgebouwde beschermende factoren (motoring affecten en cognities, zicht houden op en ondersteuning bieden bij interpersoonlijke relaties, dagstructuur, abstinentie van middelen, medicatie) dienen gecontinueerd te worden. Daarbij past het de verloven verder uit te breiden en toe te werken naar uitstroom uit de kliniek.
[psycholoog] heeft in het rapport van 18 januari 2024 eveneens geadviseerd om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen. Bij betrokkene is sprake van een ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis met vermijdende trekken en van een matige tot ernstige stoornis in het gebruik van cannabis die al lange tijd in remissie is in gereguleerde omstandigheden. Bij wegvallen van de tbs-maatregel wordt de kans op herhaling op de langere termijn als matig tot hoog ingeschat langs het spoor van toenemend sociaal isolement, het oplopen van frustraties en stress en het uitwijken naar het gebruik van cannabis en alcohol. Voor wat betreft de intramurale behandeling is het plafond bereikt. Betrokkene is toe aan de vervolgstap van geleidelijke resocialisatie. De stapsgewijze resocialisatie zal nog geruime tijd in beslag nemen. Toch sluit de psycholoog niet uit dat over een jaar een onderzoek naar de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging aan de orde kan zijn.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering gebleven om de tbs met één jaar te verlengen. Aan de wettelijke vereisten voor verlenging wordt voldaan: er is nog steeds sprake van een stoornis en een hoog recidiverisico wanneer de tbs-maatregel zou worden beëindigd. Betrokkene heeft stappen gezet de afgelopen jaren en tegelijkertijd weet betrokkene waar hij nog aan moet werken.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij zich kan vinden in de adviezen om de tbs met één jaar te verlengen. De stapsgewijze opbouw naar meer vrijheden acht betrokkene noodzakelijk. Het doel om komend jaar toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging geeft hem perspectief.
De raadsvrouw stemt namens betrokkene in met de vordering van de officier van justitie en de adviezen om de tbs met één jaar te verlengen.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd als de veiligheid van anderen, dan wel de algemene
veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog
aanwezig zijn en moet voortvloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige
ontwikkeling van de geestvermogens van betrokkene.
Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. Uit deze adviezen blijkt dat bij betrokkene nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis. Ook blijkt uit deze adviezen dat bij een beëindiging van de tbs-maatregel het risico dat betrokkene zich wederom schuldig zal maken aan een bedreiging met zware mishandeling en vernieling, wordt ingeschat als matig tot hoog, waardoor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs vereist.
Uit de rapportages van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen blijkt dat betrokkene de afgelopen twee jaren wederom stappen in de goede richting heeft gezet. Zo heeft betrokkene door verschillende therapieën zijn copingvaardigheden verbeterd, is zijn vijandigheid afgenomen en heeft hij verbeteringen laten zien in zijn zelfredzaamheid. Tegelijkertijd blijkt dat betrokkene zich op deze punten nog verder kan en moet ontwikkelen. Ook blijkt dat betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt ten aanzien van het opbouwen van beschermende factoren. Daar staat tegenover dat zich ook incidenten hebben voorgedaan waarin betrokkene grensoverschrijdend gedrag heeft laten zien richting (met name) therapeuten en begeleiders, waaruit blijkt dat het betrokkene nog niet altijd lukt om spanning adequaat te reguleren. De komende periode zal betrokkene, als alles naar behoren verloopt, steeds meer vrijheden krijgen. Zo is aan betrokkene inmiddels goedkeuring verleend voor uitbreiding naar onbegeleid landelijk verlof. Dat onbegeleid verlof wordt stapsgewijs uitgebreid. Als dit verlof volledig is opgebouwd, zal overlegd worden of betrokkene kan worden aangemeld voor begeleid wonen vanuit de tbs-instelling. Als deze afschaling goed verloopt, kan vervolgens worden onderzocht of betrokkene in [plaats] kan blijven wonen. Ook zal op korte termijn na heden de reclassering worden betrokken in het kader van forensisch psychiatrisch toezicht. Het is van belang dat het verdere resocialisatietraject stapsgewijs en op een gecontroleerde manier wordt voortgezet om overvraging te voorkomen. De tbs-instelling is van opvatting dat voor het verdere resocialisatietraject van betrokkene in ieder geval nog één jaar nodig is. De psycholoog en psychiater hebben zich hierbij aangesloten. De rechtbank volgt het advies van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen en zal de tbs met verpleging van overheidswege verlengen met één jaar. Daarmee wordt tevens voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

8.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.H. Nomes, voorzitter, mr. H. Skalonjic en
mr. V. Hartman, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Holtgrefe en is uitgesproken ter openbare zitting op 17 mei 2024.
De oudste en de jongste rechter zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.