Op 17 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1987. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met één jaar toegewezen. Betrokkene verblijft momenteel in een tbs-instelling en heeft in het verleden een gevangenisstraf van twee maanden en tbs opgelegd gekregen voor bedreigingen en vernieling. De tbs-maatregel is aanvankelijk gestart op 27 mei 2020 en is eerder verlengd in 2022.
De rechtbank heeft de vordering tot verlenging behandeld op een zitting op 3 mei 2024, waar de officier van justitie, de betrokkene en deskundigen aanwezig waren. De tbs-instelling heeft geadviseerd om de tbs te verlengen, gezien de aanhoudende persoonlijkheidspathologie van betrokkene, die wordt gekarakteriseerd door een borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. De deskundigen hebben ook het risico op recidive als matig tot hoog ingeschat bij beëindiging van de tbs-maatregel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs vereisen. Ondanks de positieve ontwikkelingen in de copingvaardigheden van betrokkene, zijn er nog steeds risicofactoren aanwezig die een verlenging van de tbs noodzakelijk maken. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen, in overeenstemming met de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen.