ECLI:NL:RBZWB:2024:3204
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van WOZ-waarden van onroerende zaken in Waalwijk
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 16 mei 2024, zijn de beroepen van belanghebbende tegen de WOZ-waarden van twee onroerende zaken in Waalwijk beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaken op 1 januari 2021 respectievelijk op € 210.000 en € 385.000 heeft vastgesteld. Belanghebbende, eigenaar van beide objecten, heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststellingen en stelt dat de waarden te hoog zijn vastgesteld. De rechtbank heeft de argumenten van belanghebbende tegen de waardevaststellingen beoordeeld en geconcludeerd dat de heffingsambtenaar voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de vastgestelde waarden. De rechtbank heeft daarbij de gehanteerde taxatiemethoden, waaronder de huurwaardekapitalisatiemethode en de vergelijkingsmethode, in overweging genomen. De rechtbank oordeelt dat de referentiepanden die door de heffingsambtenaar zijn gebruikt voor de waardebepaling voldoende vergelijkbaar zijn met de onroerende zaken van belanghebbende. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, wat betekent dat de WOZ-waarden en de bijbehorende aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) gehandhaafd blijven. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.