In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van eiseres beoordeeld met betrekking tot de aanvraag om openbaarmaking van documenten op basis van de Wet open overheid (Woo). Eiseres had op 14 oktober 2022 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen om openbaarmaking van een vaststellingsovereenkomst met geheimhouding en andere onderliggende stukken. Het college weigerde dit verzoek in een primair besluit van 15 november 2022, en verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond in een bestreden besluit van 30 mei 2023. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 1 mei 2024 door de rechtbank is behandeld.
De rechtbank oordeelt dat het college niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de gevraagde stukken niet openbaar konden worden gemaakt. De rechtbank stelt vast dat het college de gevraagde documenten niet heeft geïnventariseerd en dat de motivering van de weigering onvoldoende inzichtelijk is. De rechtbank benadrukt dat het college per document moet motiveren waarom openbaarmaking niet mogelijk is, en dat het college de rechtbank moet voorzien van de geweigerde stukken om te kunnen beoordelen of de weigering terecht was. De rechtbank geeft het college de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken na verzending van deze uitspraak.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet zijn behandeld. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 mei 2024.