4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
2 primair:
op 2 maart 2023 te [plaats] , gemeente Drimmelen, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag en auto's, die aan [slachtoffer] toebehoorden
- naar het bedrijf van die [slachtoffer] is gegaan en
- die [slachtoffer] heeft bevolen naar de kantine te gaan en
- die [slachtoffer] in de kantine heeft bevolen op een stoel te gaan zitten en
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Luister vriend, wij hebben jou
beschermd. Er staan hier buiten kampers die geld op jouw hoofd hebben gezet. Jij
gaat gewoon betalen of auto's geven en anders gaan die kampers jou meenemen"
en "We hebben gezorgd dat die kampers weggingen, morgen om 12:00 uur
komen wij terug en dan zorg jij dat er auto's of geld zijn" en "Ik ga je kapot
maken" en "Als je naar buiten gaat dan moet je eens kijken wat er gebeurd" en
"Luister, je mag nu naar je kinderen, maar dat is de laatste keer dat jij je kinderen
gaat zien" en "Wat heb je een mooi sjaaltje, daar kan ik leuke dingen mee doen"
en "Je gaat in de kofferbak" en
- de bril van die [slachtoffer] heeft afgepakt en tegen die [slachtoffer] heeft gezegd om hem, zijn mededader, recht in de ogen aan te kijken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
op 10 mei 2023 te Oosterhout, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een voorwerp dat voor wat betreft de vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen voorhanden heeft gehad;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.