ECLI:NL:RBZWB:2024:3100
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit verlenging pilotvergunning handmatig rapen Japanse oesters niet-ontvankelijk verklaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de gedeputeerde staten van de provincie Zeeland behandeld. Het betreft de verlenging van een pilotvergunning voor het beroepsmatig handmatig rapen van Japanse oesters in de Oosterschelde. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. Volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank zonder zitting uitspraak doen in dergelijke gevallen.
De rechtbank legt uit dat iemand die beroep instelt, verplicht is het griffierecht te betalen, dat in deze zaak € 184,- bedraagt. De griffier had eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brieven te betalen. Eiser heeft echter het griffierecht niet tijdig betaald en heeft geen reden opgegeven voor dit verzuim. Hierdoor is er geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.