ECLI:NL:RBZWB:2024:3090
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake omzettingsvergunning
In deze uitspraak op het verzet van de opposant, die zich richtte tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank van 8 maart 2024, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant geoordeeld dat het verzet gegrond is. De opposant had in zijn beroepschrift tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen, dat betrekking had op de verlening van een omzettingsvergunning, aangevoerd dat zijn beroep ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het beroepschrift buiten de beroepstermijn was ingediend, die eindigde op 28 augustus 2023.
De opposant heeft echter aangetoond dat het beroepschrift op 28 augustus 2023 om 17:37 per aangetekende e-mail was verzonden, met een aankondiging die op datzelfde moment was afgeleverd op het juiste e-mailadres van de rechtbank. De rechtbank heeft de afgeleverde aankondiging op 29 augustus 2023 geopend, wat volgens de rechtbank bevestigt dat het beroepschrift tijdig was ingediend. De verzetrechter heeft geconcludeerd dat de eerdere uitspraak van 8 maart 2024 ten onrechte was gedaan zonder zitting en dat het beroep van de opposant dus ontvankelijk is.
De rechtbank heeft besloten het verzet gegrond te verklaren, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek in de bodemzaak wordt hervat. De rechtbank heeft tevens opgemerkt dat het eindoordeel in de bodemzaak nog steeds kan zijn dat het beroep niet-ontvankelijk is. De beslissing is genomen door rechter R.P. Broeders, in aanwezigheid van griffier D. Alblas, en is openbaar gemaakt op 25 april 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.