Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 4 september 2022 te Oosterhout en Drunen en Vlijmen, als bestuurder van een voertuig (personenauto Renault Clio [kenteken] ), daarmee rijdende op meerdere wegen, A27 en A59 en Doorloop (Drunen) en Spoorlaan (Drunen) en Parallelweg-West (Vlijmen), zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- rechts in te halen en
- (met hoge snelheid) in te sturen en/of af te rijden op een politievoertuig en
- meerdere bestuurders van andere voertuigen te dwingen om plaats te maken waardoor bestuurders van andere voertuigen een noodremming moesten uitvoeren en/of (daarbij) een abrupte stuurbeweging opzij moesten maken om een aanrijding met het voertuig van de verdachte te voorkomen en
- een ander voertuig kort voor het benaderen van een rotonde over het verdrijvingsvlak in te halen,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was;
op 4 september 2022 te Oosterhout opzettelijk heeft vervoerd 98,56 gram (netto) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I ;
op 4 september 2022 te Vlijmen, gemeente Heusden, zich met geweld heeft verzet tegen ambtenaren [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] , werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten algemene surveillance en ter aanhouding van verdachte door
- zijn armen strak onder zijn lichaam te houden en zijn armen niet te spreiden en
- te trachten zich in een andere richting te bewegen dan die waarin de opsporingsambtenaren hem trachtten te bewegen.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een taakstraf van 200 uur;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
100 dagen;
een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van twaalf maanden, waarvan elf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;