ECLI:NL:RBZWB:2024:3019

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
C/02/420694 / FA RK 24/1497
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. de Kroon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging aansluitend op voortzetting crisismaatregel Wvggz

Op 17 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1995, die momenteel verblijft in een accommodatie. Het verzoekschrift is op 28 maart 2024 ingediend, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 april 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, een psychiater en een arts in opleiding tot specialist. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofrenie-spectrumstoornis, die leidt tot ernstig nadeel voor haar geestelijke en lichamelijke gezondheid. De betrokkene heeft eerder een crisismaatregel ondergaan en is momenteel klinisch opgenomen. De rechtbank oordeelt dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene weigert medicatie te nemen en niet bereid lijkt om mee te werken aan haar behandeling. De rechtbank heeft daarom de noodzaak van verplichte zorg erkend en de gevraagde zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals beperking van bewegingsvrijheid en het toedienen van medicatie.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. de Kroon en is op 30 april 2024 schriftelijk uitgewerkt. De zorgmachtiging is geldig tot en met 17 oktober 2024, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/420694 / FA RK 24/1497
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 17 april 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in [accommodatie] , [locatie] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.Ch. Osté te Dongen.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 maart 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 27 maart 2024;
- de medische verklaring van 27 maart 2024;
- een zorgplan van 19 maart 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en een politiemutatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 april 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , arts in opleiding tot specialist;
- mevrouw [naam 2] , psychiater;
- mevrouw [naam 3] , moeder van betrokkene.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat zij aanvankelijk bij [locatie] , [plaats 1] klinisch was opgenomen. Door een misverstand is zij in de verkeerde ambulance gestapt en naar de locatie van [locatie] [plaats 2] vervoerd, alwaar zij momenteel op de [afdeling] is opgenomen. Toen zij nog op de Ggz locatie te [plaats 1] verbleef gaf zij al aan naar een ander gebouw te willen, echter bedoelde zij daarmee niet de Ggz locatie te [plaats 2] . Dit omdat deze locatie in haar opvatting ongeschikt is om haar te bieden wat zij nodig heeft. Betrokkene herhaalt vervolgens meermalen dat zij niet hier maar in een ander gebouw hoort te zijn.
3.2
De psychiater brengt naar voren dat zij niet uitsluit dat het klopt dat betrokkene door met de verkeerde ambulance te zijn vervoerd op de Ggz locatie te [plaats 2] terecht is gekomen. Verder heeft zij van betrokkene begrepen dat zij niet op de locatie te [plaats 2] wil zijn omdat, evenals in [plaats 1] het geval was, het ook hier een opname op de [afdeling] betreft. Betrokkene is inderdaad ook nu op de [afdeling] opgenomen. Echter is dit in haar visie voor betrokkene uit behandeloogpunt op dit moment de meest aangewezen plek. Betrokkene is in totaal gedurende één maand klinisch opgenomen na enige tijd vermist te zijn geweest, waarop zij vervolgens in het buitengebied is aangetroffen. Er werden bij opname signalen gezien duidend op een psychotisch beeld, echter heeft zij ook naar alle waarschijnlijkheid ernstige traumatische gebeurtenissen meegemaakt. Er is daarover nog geen compleet beeld ontstaan.
Betrokkene blijkt met de tot dusver geboden klinische behandeling minder snel op te knappen dan werd verwacht. Geprobeerd is door middel van medicatie toediening het stabilisatie proces te bevorderen, echter weigert betrokkene alle medicatie, die haar wordt aangeboden. Om daadwerkelijk richting een herstel te kunnen gaan werken is het van belang dat betrokkene daaraan alsnog meewerkt en dat in gesprek met haar wordt bekeken wat zij daarnaast nog aan zorg en behandeling nodig heeft. Zij ondersteunt daarom het voorliggend verzoek en de daarin genoemde verplichte zorgvormen. Echter verwijzend naar haar eerdere toelichting ziet zij tevens de noodzaak tot het verplicht (kunnen) toepassen van het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.
3.3
De arts in opleiding tot specialist sluit zich aan bij hetgeen door de psychiater is opgemerkt.
3.4
De moeder van betrokkene merkt op dat zij achter hetgeen door de psychiater naar voren is gebracht kan staan. Zij vindt dat haar dochter de zorg dient te krijgen die op dit moment nodig is om voldoende te herstellen.
3.5
De advocaat van betrokkene voert aan dat zijn cliënt inziet dat zij zorg nodig heeft, zij wil echter dat die in een vrijwillig kader wordt geboden, waaraan zij in dat geval zal meewerken. Echter geldt dit nadrukkelijk niet voor het toedienen van medicatie. Toch zou hij betrokkene als haar raadsman willen adviseren haar standpunt met betrekking tot medicatie toediening te herzien. Uit formeel-juridisch oogpunt bezien wordt door hem namens betrokkene afwijzing bepleit van het voorliggend verzoek.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen, overige DSM-5 stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is na een vermissing in het buitengebied aangetroffen en vervolgens in het kader van een crisismaatregel klinisch opgenomen, aanvankelijk op de [afdeling] locatie van [locatie] [plaats 1] . Gezien de toestand van betrokkene, de onbekendheid met de oorzaak/aanleiding van het ontstaan daarvan en de risico’s die werden gezien op gevaar voor de eigen lichamelijke en psychische gezondheid en voor de algemene veiligheid van anderen werd op dat moment een voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk geacht. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de actuele gegevens en de mondelinge behandeling dat die situatie op dit moment gedurende de huidige opname van betrokkene op de [afdeling] locatie te [plaats 2] nog steeds van toepassing is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Enerzijds geeft betrokkene aan dat zij inziet dat zij (nog) zorg nodig heeft om te kunnen stabiliseren. Anderzijds laat zij blijken, door onder meer het weigeren van alle haar geboden medicatie bedoeld om te werken aan stabilisatie en door bij herhaling aan te geven dat zij naar een andere (behandel)locatie wil, dat bij haar geen of althans in onvoldoende mate sprake is van intrinsieke bereidheid om daaraan consequent mee te werken.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Daarnaast zal, op grond van artikel 6:4, tweede lid Wvggz (met betrekking tot het ambtshalve opnemen van vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging), aanvullend als verplichte vorm van zorg in deze machtiging worden opgenomen:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 oktober 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. De Kroon, rechter en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op
30 april 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.