Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
primairten laste gelegde feit heeft begaan. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten voor betrokkenheid van een tweede persoon, zodat verdachte verantwoordelijk is voor de hennepkwekerij. Uit de netmetingen van [netbeheerder] B.V. (hierna: [netbeheerder] ) blijken de schakelpatronen van de elektriciteit en daaruit volgt dat in de ten laste gelegde periode de hennepkwekerij actief is geweest en er in totaal negen oogsten zijn geweest.
Ook het onder 2
primairten laste gelegde feit kan wettig en overtuigend worden bewezen.
Volgens [netbeheerder] vertoonden de gebruikte apparatuur en andere materialen flinke vervuiling, wat erop wijst dat de apparatuur al langer in gebruik is.
Verdachte is eigenaar van de woning en de bijbehorende schuur en zij was de enige bewoonster.
Uit de netmetingen van [netbeheerder] volgt een
duidelijk twaalfuurs patroonen periodiek verhoogd verbruik in de periode van 9 september 2019 tot en met 11 augustus 2022. Er is sprake van tien volledige kweekperioden (en negen oogsten) die vooraf zijn gegaan door een groeiperiode met een
achttienuurs patroon. Sinds de inval van de politie op 11 augustus 2022 is er geen twaalf- of achttien-uurs patroon meer waargenomen. Deze omstandigheden zijn dusdanig belastend dat van verdachte mag worden verwacht dat zij hierover een verklaring aflegt.
afwijkend patroonmeer is waargenomen. Een geloofwaardige verklaring hiervoor is door verdachte niet gegeven, zodat de rechtbank voor de bewezenverklaring van de ten laste gelegde periode uitgaat van de netmetingen die door [netbeheerder] zijn verricht. Het verweer van de verdediging dat de netmetingen van [netbeheerder] onvoldoende specifiek zijn, schuift de rechtbank dan ook terzijde.
illegale aftakkingmogelijk te maken.
Verdachte verklaarde ter zitting dat zij voorafgaand aan en in de ten laste gelegde periode in de meterkast is geweest omdat zij de meterstanden moest doorgeven. De rechtbank acht het ongeloofwaardig dat verdachte niet van het manipuleren van de meterkast zou hebben geweten en dat het zonder haar medeweten zou zijn gebeurd. Bovendien was het duidelijk zichtbaar voor verdachte. Ook bij dit feit is de rechtbank van oordeel dat het dossier geen enkel aanknopingspunt biedt voor enige betrokkenheid van een ander die de diefstal van de elektriciteit gepleegd zou kunnen hebben. Als enig eigenaar en bewoner van de woning blijft dan alleen verdachte als verantwoordelijke over. Dit maakt dat ook de diefstal van de elektriciteit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
Dat tussen verdachte en [netbeheerder] een civiele procedure aanhangig zou zijn is door de benadeelde partij ter zitting betwist. Bovendien heeft verdachte deze stelling niet nader onderbouwd. De benadeelde partij is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
60 (zestig) dagen;
een gevangenisstraf van 1 (één) maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
mr. J.C.A.M. Los, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.W. Schalk, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 7 mei 2024.