ECLI:NL:RBZWB:2024:2941
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- S.W.M. Speekenbrink
- D.S.G. Froger
- P.L. Cheung
- Rechtspraak.nl
Vernieling van ruiten van een voordeur met ISD-maatregel opgelegd
Op 3 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van ruiten van de voordeur van Stichting Exodus in Roosendaal. De feiten vonden plaats tussen 14 en 16 januari 2024. Tijdens de zitting op 19 april 2024 werden de standpunten van de officier van justitie, mr. I. Klein, en de verdediging besproken. De officier van justitie achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank concludeerde dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de vernieling.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De officier van justitie vorderde een ISD-maatregel van twee jaar, terwijl de verdediging zich verzette tegen deze onvoorwaardelijke maatregel. De rechtbank hield rekening met een reclasseringsrapport dat wees op de problematiek van de verdachte, waaronder recidive en middelengebruik. Gezien de ernst van de feiten en de voorgeschiedenis van de verdachte, oordeelde de rechtbank dat een onvoorwaardelijke ISD-maatregel noodzakelijk was om de maatschappij te beschermen en recidive te voorkomen.
De benadeelde partij, Stichting Exodus, vorderde schadevergoeding voor herstelkosten, maar de rechtbank wees deze vordering af, omdat de schade niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank verklaarde het tenlastegelegde bewezen, sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen, en legde de ISD-maatregel op voor de duur van twee jaar.