Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 mei 2024 in de zaak tussen
[eisers] V.O.F., uit [plaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
26 februari 2021 terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
C.J.M. Hendrickx, griffier, op 6 mei 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Informatie over hoger beroep
Artikel 8:41 van de Awb luidt:
artikel 8:4, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awbkan geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit inzake vergoeding van schade wegens onrechtmatig bestuurshandelen.
artikel 7:1, eerste lid, van de Awballeen degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een bestuursrechter in te stellen, bezwaar te maken.
artikel 7:3, aanhef en onder a, van de Awbkan van het horen van een belanghebbende worden afgezien indien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is.
artikel 8:88, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Awbis de bestuursrechter bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van een onrechtmatig besluit of een onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit.
artikel 8:89, tweede lid, van de Awbis de bestuursrechter bevoegd, indien de schade wordt veroorzaakt door een besluit waarover de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoogste aanleg oordeelt, voor zover de gevraagde vergoeding ten hoogste € 25.000 bedraagt met inbegrip van de tot aan de dag van het verzoek verschenen rente, en onverminderd het recht van de belanghebbende om op grond van andere wettelijke bepalingen schadevergoeding te vragen.