4.51.Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen aangegeven dat zij te zijner tijd het tot de eenvoudige huwelijksgemeenschap behorende saldo op de gezamenlijke Rabobankrekening met [rekeningnummer] in onderling overleg bij helfte zullen verdelen en deze en/of-rekening daarna zullen opheffen. De rechtbank constateert dat dit onderdeel dan ook geen rechterlijke beslissing meer behoeft.
Verrekening van het inkomen van partijen
452. In artikel 8 van de huwelijks voorwaarden zijn partijen een regeling overeengekomen voor wat betreft de kosten van de huishouding. Artikel 9 luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
“Kosten van de huishouding
Artikel 8
1. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden door de echtgenoten gedragen naar evenredigheid van ieders inkomen. De echtgenoten openen daartoe een gezamenlijke en/of rekening waarop de inkomens van partijen worden gestort.
Zijn de inkomen onvoldoende, dan worden de kosten gedragen naar evenredigheid van ieders vermogen. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
Tot het inkomen behoort niet de werkelijke inkomsten uit vermogen.
2. Onder de kosten van de huishouding zijn begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de tot het gezin behorende kinderen, de kosten voor kinderopvang, de premies voor de gebruikelijke verzekeringen, de kosten van vakanties, de huurprijs van de echtelijke woning en rente van geldleningen die verband houden met de aanschaf van de echtelijke woning en de vakantiewoning.
Tevens behoren daartoe de kosten van aanschaf van de inboedel en van de voor het gezin bestemde auto’s.
(…)”.
Partijen zijn in artikel 11 van de huwelijkse voorwaarden een verrekenbeding overeengekomen. Artikel 11 luidt:
“Verrekening van inkomsten
Artikel 11
1. de echtgenoten zijn verplicht om jaarlijks te verrekenen hetgeen van hun inkomen resteert, nadat daarop de bijdrage inde kosten van de huishouding in mindering is gebracht. bij deze verrekening komt ieder de helft van het gezamenlijk bespaarde bedrag toe.
2. De verrekening geschiedt in geld en vindt, tenzij bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten, plaats binnen een jaar na afloop van het kalenderjaar.
3. de verplichting tot verrekening heeft alleen betrekking op het nominale bedrag van de bespaarde inkomens.
4. de winst van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 8 wordt niet in de verrekening betrokken.
De echtgenoten beogen met deze bepaling alleen te verrekenen hetgeen zij jaarlijks daadwerkelijk van hun inkomen besparen en hetgeen jaarlijks daadwerkelijk verdeeld kan worden. In verband hiermee wordt het begrip inkomen beperkt uitgelegd. Zo worden optierechten, uitkeringen die niet jaarlijks terugkeren en vergoedingen bij het inde van de dienstbetrekking niet tot het inkomen gerekend.
De vordering tot verrekening vervalt, in verband met complicaties die ontstaan bij handhaving van de vordering over een langere periode, drie jaar na afloop van elk kalenderjaar.”.
Ook zijn partijen in artikel 12 van de huwelijkse voorwaarden overeengekomen wanneer deze verrekenverplichting is opgeheven. Artikel 12 luidt:
“Opheffen verrekenverplichting
Artikel 12
Er bestaat geen verplichting tot verrekening van inkomsten als bedoeld in het vorige artikel:
a. gedurende de periode dat de echtgenoten niet samenwonen, tenzij dit berust op een uitdrukkelijke onderlinge afspraak die het gevolg is van overmacht.
b. tijdens scheiding van tafel en bed.
c. na de faillietverklaring van, het verlenen van surseance van betaling aan of toepassing van de schuldsaneringsregeling op een echtgenoot. Na beëindiging van het faillissement, de surseance va betaling of de toepassing van de schudsaneringsregeling wordt de verrekening hervat, zodra het vermogen van de echtgenoot positief is.
d. voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.”.