ECLI:NL:RBZWB:2024:2910
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van 't Nedereind
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling door gedaagde partij wegens onvoldoende onderbouwing van overeenkomst
In deze civiele procedure heeft eiser, [eiser] B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, [gedaagde] B.V., met betrekking tot een onbetaalde factuur voor bronbemaling. Eiser stelt dat er een overeenkomst is gesloten met gedaagde, maar gedaagde betwist dit en stelt dat zij geen opdrachtgever is. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waarbij eiser heeft aangevoerd dat de tuinman van de heer [naam 1], de heer [naam 2], de factuur naar gedaagde kon sturen. De kantonrechter oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat gedaagde partij is bij de overeenkomst. De rechter concludeert dat de communicatie en de handelingen van de betrokken partijen niet voldoende zijn om gedaagde als opdrachtgever aan te merken. De vordering van eiser wordt afgewezen, en eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van € 510,00. Dit vonnis is uitgesproken op 1 mei 2024.