ECLI:NL:RBZWB:2024:2908

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
9878006 CV EXPL 22-1877 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht: Vorderingen tot herstel van gebreken na getuigenbewijs afgewezen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 april 2024, zijn de vorderingen van de eiser in conventie afgewezen. De eiser vorderde onder andere de ontbinding van de huurovereenkomst en herstel van gebreken in het gehuurde pand. De gedaagde in conventie, die ook eiser in reconventie was, werd verzocht om noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren. De procedure omvatte getuigenverhoren en eerdere tussenvonnissen, waarbij de kantonrechter concludeerde dat de eiser in reconventie niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen over gemaakte afspraken omtrent herstelwerkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat de verklaringen van de getuigen, waaronder de vader van de eiser in reconventie en de boekhouder, niet overtuigend genoeg waren om de vorderingen te onderbouwen. De kantonrechter wees zowel de vorderingen in conventie als in reconventie af en veroordeelde de eiser in conventie tot betaling van de proceskosten van de gedaagde in conventie. De proceskosten in reconventie werden eveneens ten laste van de eiser in reconventie gelegd. Het vonnis benadrukt het belang van duidelijke afspraken en bewijsvoering in huurrechtelijke geschillen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 9878006 CV EXPL 22-1877
vonnis d.d. 24 april 2024
inzake
[eiser in conventie],
wonende te [plaats] ,
eiser in conventie, verweerder in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ,
gemachtigde: mr. G.V.M. van den Hoven, kantoorhoudende te Breda,
tegen
[gedaagde in conventie], handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te [woonadres] ,
zaakdoende te [adres] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ,
gemachtigde: mr. J. van Boekel, advocaat te Tilburg.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 30 november 2022;
b. de akte uitlaten van [gedaagde in conventie] ;
c. het proces-verbaal van getuigenverhoor van 29 maart 2023;
d. de akte uitlaten van [gedaagde in conventie] ;
e. het proces-verbaal van getuigenverhoor van 6 december 2023;
f. de akte uitlaten van [gedaagde in conventie] ;
g. de akte na getuigenverhoor van [eiser in conventie] ;
h. de akte na getuigenverhoor van [gedaagde in conventie] .
1.2
Voorafgaand aan het getuigenverhoor van 6 december 2023 heeft [eiser in conventie] laten weten dat er geen behoefte bestaat aan een contra-enquête (tegenbewijsverhoor). De kantonrechter heeft daarop besloten voldoende te zijn voorgelicht om vonnis te kunnen wijzen.

2.Het geschil

In conventie:
2.1
[eiser in conventie] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- de tussen partijen bestaande huurovereenkomst te ontbinden;
- [gedaagde in conventie] te veroordelen:
- om het gehuurde te ontruimen;
- tot het terugbrengen van het gehuurde in zijn oorspronkelijke staat op straffe van een boete en/of dwangsom in het geval de situaties voortduren;
- tot betaling van vervangende schadevergoeding en een aanvullende schadevergoeding in het geval [eiser in conventie] een derde voor herstel dient in te schakelen en als rechtstreeks gevolg daarvan aanvullende schade lijdt;
- tot betaling van € 1.500,- per maand betreffende huurtermijnen vanaf 1 april 2022 tot het moment dat de huurovereenkomst wordt ontbonden;
- tot een bedrag van € 1.500,- per maand of een gedeelte daarvan als schadevergoeding indien [gedaagde in conventie] in gebreke blijft het gehuurde te ontruimen vanaf de datum van ontbinding van de huurovereenkomst;
met veroordeling van [gedaagde in conventie] in de proceskosten.
In reconventie:
2.2
[eiser in reconventie] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in reconventie] te veroordelen tot:
- het uitvoeren van de benodigde werkzaamheden binnen vier weken na het te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag dat [gedaagde in reconventie] hiermee niet op tijd is;
- het geven van zijn goedkeuring tot het aanbrengen van een afzuiging/afzuiginstallatie voor de oven of een vervangende toestemming hiervoor van de kantonrechter;
- betaling van een schadevergoeding, nader op te maken bij staat;
met veroordeling van [eiser in reconventie] in de proceskosten en de nakosten.

3.De beoordeling

In conventie en reconventie
3.1
In het tussenvonnis van 30 november 2022 is de kantonrechter kort samengevat tot het oordeel gekomen dat alle vorderingen in conventie voor afwijzing gereed liggen en dat ook alle vorderingen in reconventie zullen worden afgewezen, behoudens de vordering van [gedaagde in conventie] om [eiser in conventie] te veroordelen tot herstel van de in overweging 3.16 van dat vonnis genoemde punten uit hoofde van een afspraak tussen partijen.
In reconventie
3.2
In reconventie is [eiser in reconventie] toegelaten om te bewijzen, dat bij het aangaan van de huurovereenkomst tussen [eiser in reconventie] en [gedaagde in reconventie] is overeengekomen dat [gedaagde in reconventie] het volgende in en aan het gehuurde zou (laten) herstellen en aanbrengen:
herstel van de muren van het magazijn (ook de zijde aan de kant van de winkel);
herstel van de ramen, kozijnen en hang- en sluitwerk;
het plaatsen van een wastafel in de ‘bijkeuken’ richting de achterplaats;
het plaatsen van een wastafel/fonteintje in het toilet op de begane grond van het woongedeelte;
herstel van de keuken in het woongedeelte door onder meer het maken van nieuw tegelwerk.
3.3
[eiser in reconventie] heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en zijn vader, de heer [de vader] (hierna te noemen: de vader), zijn boekhouder, de heer [de boekhouder] (hierna te noemen: de boekhouder), [gedaagde in reconventie] en zichzelf als getuigen te laten horen. Voordat de verklaringen van de afzonderlijke getuigen worden besproken, eerst een opmerking vooraf. [eiser in reconventie] is toegelaten om te bewijzen dat er voor het sluiten van de huurovereenkomst tussen hem en [gedaagde in reconventie] afspraken zijn gemaakt over het herstellen en aanbrengen van een aantal zaken. Dat is wat [eiser in reconventie] aan zijn vordering ten grondslag heeft gelegd. Of er nadien contact is geweest over schade aan een tegelmuur vanwege een lekkage uit het dak en/of andere zaken, wordt in deze procedure buiten beschouwing gelaten.
De getuigenverklaringen
3.4
Samengevat en voor zover voor de beoordeling van belang heeft de vader het volgende verklaard. Hij was aanwezig bij het sluiten van de huurovereenkomst tussen [gedaagde in reconventie] en [eiser in reconventie] . Ook de boekhouder was daarbij aanwezig. De vader heeft verder verklaard dat er op dat moment is gesproken over reparaties die nog moesten worden uitgevoerd. Hierover heeft hij het volgende verklaard:
‘U vraagt mij wie die reparaties in het gebouw zou moeten doen. Dat is de eigenaar van het gebouw dus de heer [gedaagde in reconventie] . U vraagt mij hoe ik dat weet. De boekhouder heeft toen gezegd dat [gedaagde in reconventie] de reparaties moest uitvoeren. [gedaagde in reconventie] zei dat het andersom was en dat wij dat moesten doen. Wij hebben toen gezegd dat wij een advocaat zouden inschakelen om na te gaan wie de reparatie volgens de regel moest doen en dat als bleek dat wij dat waren dat wij die reparaties dan zouden doen.’
Verder heeft de vader verklaard dat [gedaagde in reconventie] heeft gezegd dat hij een aantal zaken boven (toevoeging kantonrechter: dat betreft het woongedeelte) zou gaan repareren. Over het deel van het gehuurde beneden heeft [gedaagde in reconventie] gezegd de tegels te gaan schilderen.
3.5
De boekhouder heeft samengevat en voor zover voor de beoordeling van belang het volgende verklaard. Hij was aanwezig tijdens het sluiten van de huurovereenkomst. De boekhouder weet alleen nog wat er op dat moment is besproken over de huursom. Hij weet ook dat er het één en ander is gebeurd tussen partijen, maar de gesprekken van toen kan hij zich niet zo goed herinneren. Wat betreft eventuele afspraken over reparaties heeft de boekhouder het volgende verklaard:
‘Er zijn tussen partijen mondelinge afspraken gemaakt bij het bespreken van het huurcontract. Toen is ook even gesproken over wie wat zou moeten repareren. Dat gesprek verliep heel onduidelijk, de een zei wat en de ander ontkende dat. Dat gesprek is niet geëindigd met een duidelijke afspraak. Er is niet gezegd dat spreken we dan zo af. Er is ook niet heel uitgebreid over gediscussieerd.’
3.6
[gedaagde in reconventie] heeft samengevat en voor zover voor de beoordeling van belang het volgende verklaard. De gesprekken over het sluiten van een huurovereenkomst heeft hij in eerste instantie met de vader gevoerd. Toen het pand leeg was, heeft [gedaagde in reconventie] aangegeven het woongedeelte boven te gaan renoveren. Dat is ook gebeurd. Op de dag van het tekenen van de huurovereenkomst zag [gedaagde in reconventie] [eiser in reconventie] voor het eerst. Er is toen niet door het pand gelopen. [gedaagde in reconventie] heeft toen aangegeven nog bezig te zijn met de renovatie van het woongedeelte boven. Toezeggingen over het herstellen en aanbrengen van zaken zijn niet gedaan. Pas na het tekenen van de huurovereenkomst kreeg [gedaagde in reconventie] een filmpje van de vader, daarop was te zien dat er iets mis zou zijn met de tegels in het magazijn. Vanaf toen is daar over gesproken.
3.7
[eiser in reconventie] heeft samengevat en voor zover voor de beoordeling van belang het volgende verklaard. Hij heeft in februari 2021 al met [gedaagde in reconventie] gesproken. Toen zijn zij ook samen door het hele pand gelopen en is besproken wat er allemaal nog moest gebeuren. [eiser in reconventie] heeft aangegeven dat de tegels in de keuken heel vies waren, [gedaagde in reconventie] heeft toegezegd dat in orde te gaan maken. Op dat moment is er ook gesproken over het hang- en sluitwerk van de deuren ramen, dat daar van alles mis mee was. Ook heeft [eiser in reconventie] aangegeven dat alle ramen van enkel glas waren en hij dat niet in orde vond. [gedaagde in reconventie] heeft gezegd dat hij alles in orde ging maken en ging oplossen. Over het wastafeltje in het toilet van het woongedeelte en op de gang van het woongedeelte heeft [gedaagde in reconventie] met de vader gesproken en afspraken over gemaakt. Nog voor het sluiten van de huurovereenkomst zag [eiser in reconventie] dat er waterschade aan de tegels van het magazijn zat. Daar is samen met [gedaagde in reconventie] naar gekeken en hij heeft toegezegd dat in orde te gaan maken. De afspraak dat [gedaagde in reconventie] de tegels van de muur zou herstellen, is gemaakt voor het tekenen van de huurovereenkomst.
Het oordeel van de kantonrechter
3.8
De kantonrechter oordeelt als volgt. [eiser in reconventie] stelt dat tussen partijen is overeengekomen dat [gedaagde in reconventie] één en ander in en aan het gehuurde zou herstellen en aanbrengen. Het zou gaan om a.) herstel van de muren van het magazijn, b.) herstel van de ramen, kozijnen en hang- en sluitwerk, c.) het plaatsen van een wastafel in de bijkeuken, d.) het plaatsen van een wastafel/fonteintje in het toilet op de begane grond en e.) herstel van de keuken door onder meer het maken van nieuw tegelwerk. Nu [gedaagde in reconventie] het bestaan van een dergelijke afspraak betwist, ligt het op de weg van [eiser in reconventie] zijn stellingen op dit punt nader te onderbouwen. [eiser in reconventie] is toegelaten tot het leveren van bewijs van het bestaan van deze afspraak.
3.9
Kortgezegd spreken [eiser in reconventie] en [gedaagde in reconventie] elkaar tegen in hun verklaringen. Het komt daarom aan op wat de vader en de boekhouder hebben verklaard. De vader heeft verklaard dat er is gesproken over noodzakelijke reparaties, maar dat er discussie was over wie daarvoor verantwoordelijk is. [eiser in reconventie] heeft over de getuigenverklaring van de vader naar voren gebracht dat de tolk mogelijk onjuist heeft vertaald. De tolk sprak een Libanees Arabisch dialect en de vader een Syrisch Arabisch dialect. Daardoor is niet alles correct vertaald. De kantonrechter gaat uit van de juistheid van de verklaring. Indien de tolk tijdens het getuigenverhoor had ontdekt dat er wegens verschillende dialecten niet correct vertaald kon worden, had het op dat moment op de weg van de tolk gelegen om dat aan te geven. Dat is niet gebeurd. De boekhouder heeft verklaard dat het gesprek over de reparaties onduidelijk was en dat het gesprek niet is geëindigd met een duidelijke afspraak. De kantonrechter komt daarom tot het oordeel dat [eiser in reconventie] niet geslaagd is in het bewijzen van zijn stelling dat er voorafgaand aan het sluiten van de huurovereenkomst is afgesproken dat [gedaagde in reconventie] een aantal zaken zou herstellen en vervangen. Nu [eiser in reconventie] niet is geslaagd in de bewijslevering, wordt ook dit deel van zijn vordering afgewezen.
De proceskosten in conventie
3.1
[eiser in conventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [gedaagde in conventie] betalen. Deze worden begroot op € 408,- (2 punten x tarief € 204,-) aan salaris gemachtigde.
De proceskosten in reconventie
3.11
[eiser in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [gedaagde in reconventie] betalen. Deze worden begroot op € 612,- (3 punten (1 punt voor de mondelinge behandeling, 3 x 0,5 punt voor het bijwonen van getuigenverhoor en 1 x 0,5 punt voor akte na getuigenverhoor) x tarief € 204,-) aan salaris gemachtigde.

4.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiser in conventie] in de proceskosten van € 408,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser in conventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
in reconventie:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [eiser in reconventie] in de proceskosten van € 612,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2024.