ECLI:NL:RBZWB:2024:2904
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar na beoordeling van de geestelijke gesteldheid en recidive risico
Op 3 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1992. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De tbs-maatregel is oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 8 oktober 2015, waarbij de betrokkene werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar en tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank constateert dat de tbs op 24 juni 2020 is aangevangen en voor het laatst is verlengd op 22 april 2022.
Tijdens de zitting op 19 april 2024 zijn zowel de betrokkene als deskundigen gehoord. De tbs-instelling adviseerde de verlenging van de tbs, onderbouwd door de diagnose van een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en de inschatting van een matig tot hoog recidive risico bij beëindiging van de tbs. De externe gedragsdeskundigen bevestigden deze diagnose, maar gaven aan dat het risico op ernstige geweldsrecidive laag is binnen de huidige behandeling.
De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen. De rechtbank concludeerde dat de behandeling van de betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende tijd bij een verlenging van één jaar. Gezien de adviezen van deskundigen en de huidige situatie van de betrokkene, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar moet worden verlengd.