ECLI:NL:RBZWB:2024:2901

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 mei 2024
Publicatiedatum
3 mei 2024
Zaaknummer
BRE 23/2435 BELEI
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag elektrische personenauto op basis van ontbindende voorwaarde

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn subsidieaanvraag voor de aanschaf van een elektrische auto beoordeeld. Eiser had op 1 maart 2023 een subsidie aangevraagd op basis van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren, nadat zijn aanvraag op 17 maart 2023 door de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat was afgewezen. Eiser maakte bezwaar, maar dit werd op 6 april 2023 ongegrond verklaard, waarna hij beroep instelde.

De rechtbank behandelt de zaak en concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen. Eiser stelde dat hij op 29 november 2022 een voorlopige koopovereenkomst had gesloten met een ontbindende voorwaarde, maar de rechtbank oordeelt dat er op dat moment al een bindende koopovereenkomst was gesloten. De staatssecretaris had terecht vastgesteld dat de koopovereenkomst in het kalenderjaar van de subsidieaanvraag moest zijn gesloten, wat niet het geval was. De rechtbank benadrukt dat de subsidiegelden alleen beschikbaar zijn voor overeenkomsten die in hetzelfde jaar zijn ondertekend als de aanvraag.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2435 BELEI

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 mei 2024 in de zaak tussen

[eiser], uit [plaats], eiser,

en

de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de staatssecretaris .

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn subsidieaanvraag voor de aanschaf van een elektrische auto.
In het besluit van 17 maart 2023 (primair besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag voor subsidie van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 6 april 2023 (bestreden besluit) heeft de staatssecretaris het bezwaar ongegrond verklaard en het primaire besluit in stand gelaten.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 19 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris, [naam].
Feiten
1.1.
Eiser heeft op 1 maart 2023 een subsidie aangevraagd op grond van de Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren. In de aanvraag heeft eiser aangegeven dat hij een nieuwe elektrische auto kocht en dat het kenteken van deze auto op zijn naam staat geregistreerd bij het RDW. Ook heeft eiser aangegeven dat de koopovereenkomst is gesloten op 29 november 2022.
1.2.
Bij brief van 8 maart 2023 heeft de staatssecretaris eiser gevraagd om de volledige en door beide partijen ondertekende koop- of leaseovereenkomst toe te zenden.
1.3.
Eiser heeft op 13 maart 2023 de getekende verkoopfactuur, de getekende overeenkomst voor levering en de verkoopfactuur bij de staatssecretaris ingediend.
1.4.
In het primaire besluit heeft de staatssecretaris de subsidieaanvraag afgewezen. Bij het bestreden besluit heeft de staatssecretaris het bezwaar ongegrond verklaard en het primaire besluit in stand gelaten.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de subsidieaanvraag aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
2. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
Heeft de staatssecretaris de aanvraag voor subsidie terecht afgewezen?
3.1.
Eiser stelt dat hij op 29 november 2022 een voorlopige koopovereenkomst heeft gesloten met een ontbindende voorwaarde. De elektrische auto die eiser wilde gaan kopen was op 29 november 2022 nog niet gereed om een proefrit mee te maken. In de ontbindende voorwaarde is opgenomen dat eiser de kans kreeg om eerst met het gekozen model proef te rijden. Pas de als de auto tijdens de proefrit aan alle verwachtingen voldeed, zou hij een definitieve aankoopbeslissing nemen. De definitieve verkoop is dan ook pas in februari 2023 bekrachtigd. Tot het moment dat de auto aan eiser geleverd werd, kon de koop worden ontbonden. Er is dus pas een bindende koopovereenkomst gesloten na het proefrijden, afnemen en betalen van de auto. Eiser is dan ook van mening dat hij recht heeft op subsidie. Het gaat er naar zijn mening om in welk jaar je onvoorwaardelijk tot de aankoop van een elektrische auto overgaat.
Het is onjuist dat de auto naar aanleiding van de koopovereenkomst is besteld. De leverancier heeft de auto niet specifiek voor eiser besteld. Al voordat de voorlopige koopovereenkomst werd gesloten, had de leverancier 500 van deze modellen gekocht om te verdelen onder de MG vestingen en showrooms in Nederland.
3.2.
De staatssecretaris stelt dat er een bindende arbeidsovereenkomst is gesloten op 29 november 2022. De ontbindende voorwaarde zou er enkel toe kunnen leiden dat de koopovereenkomst zou komen te vervallen als het proefrijden niet aan de verwachtingen zou voldoen. Dat wil niet zeggen dat er op 29 november 2022 geen bindende overeenkomst is gesloten. Daar komt ook nog bij dat geen uitvoering is gegeven aan de ontbindende voorwaarde; de koopovereenkomst is nooit ontbonden.
Daarnaast stelt de staatssecretaris dat uit de Subsidieregeling voortvloeit dat de koopovereenkomst moet zijn gesloten in het kalenderjaar waarin de aanvraag voor de subsidie is ingediend. ook uit de toelichting blijkt dat het moet gaan om in dat jaar ondertekende koopovereenkomsten. Ook wordt in het aanvraagformulier expliciet gevraagd naar de datum van ondertekening van de koopovereenkomst. Eiser heeft in de aanvraag ook aangegeven dat de overeenkomst is ondertekend op 29 november 2022. Op grond van het voorgaande ziet de staatssecretaris geen ruimte om subsidie te verlenen.
De staatssecretaris wenst ook te benadrukken dat op de website altijd heel duidelijk staat onder welke voorwaarden subsidie kan worden verleend. Eiser had, voor tot koop over te gaan, de website kunnen raadplegen. In die periode had eiser kunnen lezen dat het budget voor 2022 uitgeput was. Daarnaast stond er op de website dat het pas in 2023 weer mogelijk was om een subsidie aan te vragen voor een nieuwe elektrische personenauto.
3.3.
Op grond van artikel 2.1.1, onder aanhef en onder e, van de Subsidieregeling moet voor subsidievestrekking zijn voldaan aan de volgende voorwaarde: de koopovereenkomst is gesloten in hetzelfde kalenderjaar waarin de aanvraag voor de subsidie zijn ingediend.
3.4.
De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris eisers aanvraag terecht heeft afgewezen. Uit de toelichting bij de Subsidieregeling volgt dat de in het kalenderjaar beschikbare subsidiegelden slechts worden verstrekt voor zover een lease- of koopovereenkomst in het kalenderjaar is ondertekend waarin ook de aanvraag is ingediend. [1] Eiser heeft op 29 november 2022 een koopovereenkomst gesloten met de verkoper van de elektrische auto, maar pas in 2023 een subsidie aangevraagd.
In deze koopovereenkomst is weliswaar opgenomen dat “klant komt proefrijden en kan eventueel kosteloos annuleren”, wat door de minister terecht is uitgelegd als een ontbindingsmogelijkheid in geval de auto bij een proefrit niet zou bevallen. Eveneens terecht heeft de minister geoordeeld dat eiser op 29 november 2022 een bindende koopovereenkomst heeft gesloten. Dat deze overeenkomst pas, na een geslaagde proefrit in februari 2023, op 1 maart 2023 is uitgevoerd, maakt dat niet anders. Nu de koopovereenkomst op 29 november 2022 is gesloten en eiser de subsidie in 2023 heeft aangevraagd, heeft de staatssecretaris terecht de aanvraag voor de subsidie afgewezen.

Conclusie en gevolgen

4. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand zal blijven.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A. de Roo, griffier, op 6 mei 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage

Wettelijk kader
Subsidieregeling elektrische personenauto’s particulieren:
Artikel 2.1.1.
Voor de subsidieverstrekking moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:
de aanschaf van een nieuwe elektrische personenauto door de aanvrager vindt plaats op basis van een koopovereenkomst;
de koopovereenkomst is niet eerder gesloten dan op de datum van publicatie van deze regeling;
de catalogusprijs van de elektrische personenauto is op de datum van ondertekening van de koopovereenkomst niet lager dan € 12.000,- en niet hoger dan € 45.000,-;
e elektrische personenauto heeft een actieradius van minimaal 120 km;
de koopovereenkomst is gesloten in hetzelfde kalenderjaar waarin de aanvraag voor de subsidie is ingediend.

Voetnoten

1.