ECLI:NL:RBZWB:2024:2900
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 mei 2024, wordt het verzoek van de verzoeker om proceskostenveroordeling beoordeeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. I.M. van den Heuvel, heeft het verzoek ingediend na het intrekken van een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de inspecteur van de belastingdienst. Dit beroep was gericht op schadevergoeding wegens onterechte registratie in de Fraude Signaleringsvoorziening (FSV). De rechtbank heeft de inspecteur de gelegenheid gegeven om te reageren, maar deze heeft aangegeven niet bereid te zijn de proceskosten te vergoeden, omdat de reactie op het verzoek om schadevergoeding geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. De rechtbank stelt vast dat het verzoek om schadevergoeding geen aanvraag is in de zin van de Awb, en dat verzoeker geen beroep kon instellen. Dit betekent dat de inspecteur niet kan worden veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank wijst erop dat de gemachtigde van verzoeker in zijn brief melding maakt van een beslissing van 22 november 2023, maar deze beslissing is niet bijgevoegd. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een aanvraag die onder de Awb valt, en dat de inspecteur niet aan verzoeker is tegemoetgekomen.
De beslissing van de rechtbank is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak. De rechtbank benadrukt dat indien partijen het niet eens zijn met de uitspraak, zij binnen zes weken een verzetschrift kunnen indienen.