10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:belaging;
feit 2:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met verkrachting;
feit 3:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 4:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 102 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij de reclassering Novadic-Kentron op het adres Rompertsebaan 12, 5231 S ’s-Hertogenbosch (073-6409696). Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte zich laat behandelen door een forensisch ambulante zorginstelling zoals Reinier van Arkel of STEVIG of soortgelijke instellingen gericht op nadere diagnostiek en behandeling op tenminste de copingvaardigheden, emotieregulatie en traumaverwerking, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk na het ingaan van de proeftijd. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte zich houdt aan de richtlijnen van de reclassering, ook als dit abstinentie van drugs en alcohol inhoudt;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- legt op de
maatregeldat verdachte voor de duur van
vijf jaren
* op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met
[slachtoffer], geboren op [geboortedag 2] 1996 te [plaats 1] , en
* dat hij zich niet zal bevinden in
[plaats 1];
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van
deze vervangende hechtenis bedraagt 2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis van 8 september 2022 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 02-107318-22
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
een gevangenisstraf van 4 weken;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.370,80, waarvan € 370,80 aan materiële schade en € 1000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 oktober 2023 voor de materiële schade en vanaf 1 september 2023 voor de immateriële schade tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] € 1.370,80 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 oktober 2023 voor de materiële schade en vanaf 1 september 2023 voor de immateriële schade tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 23 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. F.L. Donders, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.C.L.J. Luijten, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 mei 2024.
Mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.