In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser, H.O.D.N. [bedrijf], een vordering ingesteld tegen Nude Beauty Brands B.V. en [B.V.] voor betaling van openstaande facturen op basis van een overeenkomst van opdracht. De overeenkomst, die in januari 2022 inging, betrof boekhoudkundige werkzaamheden voor Nude en andere vennootschappen. Eiser vorderde in totaal € 17.757,30, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Nude voerde verweer en betwistte de vordering, onder andere door te stellen dat eiser niet aan haar substantiëringsplicht had voldaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser voldoende bewijs heeft geleverd van de verrichte werkzaamheden en dat Nude de openstaande bedragen over de boekjaren 2020 en 2021 verschuldigd is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de schenking van een maandtermijn door eiser niet kan worden herroepen, omdat deze al was aanvaard door Nude. De vordering over boekjaar 2022 werd afgewezen, maar de vordering over 2023 werd toegewezen, omdat eiser voldoende had aangetoond dat zij werkzaamheden had verricht. Uiteindelijk werd een totaalbedrag van € 16.906,72 toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
In reconventie heeft Nude een vordering ingesteld tegen [verweerder in reconventie] voor schadevergoeding wegens onjuiste loonaangiften. De kantonrechter heeft deze vordering afgewezen, omdat Nude niet had aangetoond dat er sprake was van verzuim en geen ingebrekestelling was verzonden. De proceskosten werden toegewezen aan eiser in conventie en aan Nude in reconventie, waarbij de kantonrechter de kosten begrootte op respectievelijk € 1.952,44 en € 678,00.