ECLI:NL:RBZWB:2024:2861

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
02/065541-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontnemingszaak met betrekking tot wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugshandel

Op 1 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een betrokkene die eerder was veroordeeld voor het medeplegen van de (verlengde) invoer van cocaïne. De rechtbank concludeert dat niet is komen vast te staan dat de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel heeft behaald op basis van andere strafbare feiten. De officier van justitie had een ontnemingsvordering ingediend ter hoogte van € 17.414.250,-, gebaseerd op een rapport van de politie. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de betrokkene daadwerkelijk voordeel had behaald uit andere strafbare feiten. De rechtbank heeft de identificatie van EncroChat-accounts besproken en vastgesteld dat de betrokkenen in een samenwerkingsverband opereerden, maar dat de gesprekken niet specifiek genoeg waren om de ontnemingsvordering te onderbouwen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de gebruikte terminologie in de gesprekken niet voldoende concreet was om te concluderen dat er daadwerkelijk wederrechtelijk voordeel was behaald. De beslissing van de rechtbank was dat de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/065541-19
vonnis van de rechtbank d.d. 1 mei 2024
in de ontnemingszaak tegen:
[betrokkene 1]
geboren op [geboortedag 1] 1977 te [geboorteplaats 1]
wonende op [woonadres]
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting in Dordrecht
raadsman: mr. N.J. Nijssen, advocaat te Goes.

1.De procedure

De betrokkene is op 23 juni 2022 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda veroordeeld, wegens het medeplegen van de (verlengde) invoer van cocaïne, tot een gevangenisstraf van zes jaar en een geldboete van € 20.000,- subsidiair 135 dagen hechtenis.
De officier van justitie heeft de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevorderd. De ontnemingsvordering is gedateerd op 5 oktober 2021.
Op 23 december 2021 heeft de rechtbank een schriftelijke voorbereidingsprocedure bevolen. Deze procedure is op 4 oktober 2023 van start gegaan, nadat het onderzoek bij de rechter-commissaris als voltooid is beschouwd. In dat kader zijn door de officier van justitie en de raadsman een conclusie van eis, een conclusie van antwoord, een conclusie van repliek en een conclusie van dupliek ingediend.
De vordering is inhoudelijk behandeld op de zitting van 20 maart 2024, waarbij de officier van justitie, de raadsman en betrokkene hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel heeft behaald ter hoogte van € 17.414.250,-. Dit bedrag is gebaseerd op het rapport van voordeelsberekening dat op 13 juli 2021 door de politie is opgemaakt. Tijdens het onderzoek ter zitting is gevorderd om het voordeel vast te stellen op € 17.414.250,- vermeerderd met wettelijke rente en een betalingsverplichting tot dat bedrag op te leggen.

3.Het standpunt van de verdediging

Er is primair verzocht om de ontnemingsvordering van het Openbaar Ministerie af te wijzen. Mocht de vordering worden toegewezen is, subsidiair, verzocht rekening te houden met het draagkracht van betrokkene, de redelijke termijn die is overschreden en de overige verweren.

4.Het oordeel van de rechtbank

De identificatie van de EncroChat-accounts ‘ [gebruikersnaam 1] ’, ‘ [gebruikersnaam 2] ’ en ‘ [gebruikersnaam 3] ’
De rechtbank heeft in de hoofdzaak de identificatie van de EncroChat-accounts (
van [gebruikersnaam 3] , [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 2]) besproken. De rechtbank acht het aangewezen, mede gelet op de gevoerde verweren, om dit punt nogmaals onder de aandacht te brengen.
Er is van het account [gebruikersnaam 1] een proces-verbaal van identificatie opgemaakt. De politie heeft uit de gesprekken afgeleid dat [gebruikersnaam 1] door één en dezelfde persoon wordt gebruikt. De gebruiker van het account [gebruikersnaam 1] heeft aangegeven dat hij zich ophoudt in Dubai. Dit komt ook overeen met de locatie van de telefoon. Er is van [betrokkene 2] bekend dat hij in Dubai een verblijfsadres heeft. De gebruiker van het account [gebruikersnaam 1] wordt door anderen ‘ [bijnaam 1] ’, ‘ [bijnaam 2] ’, ‘ [bijnaam 3] ’ en ‘ [bijnaam 4] ’ genoemd. Op basis van de foto van de politie van [betrokkene 2] kan worden afgeleid dat hij groene ogen heeft. [bijnaam 4] kan betrekking hebben op de voornaam van [betrokkene 2] , hij heet [voornaam] . De gebruiker van het account [gebruikersnaam 1] heeft ook een foto verstuurd van een televisie in een huiskamer, waarbij een portretfoto staat. De op de politiefoto afgebeelde [betrokkene 2] vertoont grote gelijkenis met de persoon op de door [gebruikersnaam 1] verzonden portretfoto. Tot slot heeft [betrokkene 2] , via zijn advocaat, in de schriftelijke procedure erkend dat hij de gebruiker is geweest van het account [gebruikersnaam 1] . De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het account [gebruikersnaam 1] is gebruikt door [betrokkene 2] , geboren op [geboortedag 2] 1970 te [geboorteplaats 1] .
Er is van het account [gebruikersnaam 2] een proces-verbaal van identificatie opgemaakt. De politie heeft uit de gesprekken afgeleid dat [gebruikersnaam 2] door één en dezelfde persoon wordt gebruikt. Het account [gebruikersnaam 2] heeft aangegeven dat hij in België woont. Er is van betrokkene [betrokkene 1] bekend dat hij in [plaats 1] woonachtig is en dat hij in de BRP als ‘niet ingezetene’ geregistreerd staat. Het account [gebruikersnaam 2] heeft naar andere accounts foto’s gestuurd van het [horecabedrijf] in [plaats 1] . Volgens de gegevens van de Belgische Kamer van Koophandel is [betrokkene 1] een zaakvoerder van deze horecaonderneming. Het account [gebruikersnaam 2] heeft foto’s gestuurd van zichzelf. De op de politiefoto afgebeelde [betrokkene 1] is dezelfde persoon als die op de foto’s staat die door [gebruikersnaam 2] worden ingezonden. Hiermee staat voor de rechtbank vast dat het account [gebruikersnaam 2] is gebruikt door [betrokkene 1] , geboren op [geboortedag 1] 1977 te [geboorteplaats 1] .
Er is van het account [gebruikersnaam 3] een proces-verbaal van identificatie opgemaakt. Dit account heeft via EncroChat contact met [gebruikersnaam 2] . Er is door [gebruikersnaam 3] geschreven dat hij de verhoren uit het dossier heeft gelezen en niets heeft verklaard. In het onderzoek heeft [betrokkene 3] , zaaksinhoudelijk, zich in alle verhoren beroepen op zijn zwijgrecht. Er is door [gebruikersnaam 3] aangegeven dat hij in het dossier ten onrechte als veroordeelde is aangemerkt voor een zaak uit 2010, maar dat dit door zijn advocaat is rechtgezet. In dossier Catamaran blijkt dat deze situatie zich heeft voorgedaan met betrekking tot [betrokkene 3] . Uit de gesprekken valt af te leiden dat er met [gebruikersnaam 3] ontmoetingen plaatsvinden in de omgeving van Tilburg. [betrokkene 3] is woonachtig in een naburige plaats van Tilburg, te weten [plaats 2] . Er is in een gesprek door [gebruikersnaam 3] aangegeven dat hij in [plaats 3] een tijdelijke outlet heeft, waar na sluitingstijd in de winkel kan worden afgesproken. Uit het verhoor van [betrokkene 3] en informatie van de Kamer van Koophandel blijkt dat hij directeur is van [B.V.] , met vestigingen van [kledingzaak] . Tot slot wordt de gebruiker van het account [gebruikersnaam 3] door andere gebruikers opgeslagen onder de alias ‘ [bijnaam 5] ’, hetgeen een deel van zijn achternaam is. Hiermee staat voor de rechtbank vast dat het account [gebruikersnaam 3] is gebruikt door [betrokkene 3] , geboren op [geboortedag 3] 1971 te [geboorteplaats 2] .
De inhoud van de EncroChat-gesprekkenUit de EncroChat-gesprekken komt de volgende gang van zaken naar voren.
Op 18 april 2020 spreken [gebruikersnaam 3] ( [betrokkene 3] ) en [gebruikersnaam 2] ( [betrokkene 1] ) over het contact dat zij met [bijnaam 2] ( [betrokkene 2] ) onderhouden, dat zij elkaar als partner beschouwen en zij [bijnaam 3] ( [betrokkene 2] ) van alles op de hoogte houden:
20-04-18
[gebruikersnaam 3] @encrochat.com
Ja [bijnaam 2] had me doorgegeven dat jullie kontakt erover hadden
20-04-18
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
[twee duimpjes omhoog]
20-04-18
[gebruikersnaam 3] @encrochat.com
[bijnaam 2] en ik spreken elkaar dagelijks
20-04-18
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
DAT is toch normaal jullie zijn partners ik heb [bijnaam 3] ook over Alles op de hoogte gehouden
20-04-18
[gebruikersnaam 3] @encrochat.com
Ja super toch
20-04-18
[gebruikersnaam 3] @encrochat.com
Hopelijk kunnen we iets goeds doen
Op 26 april 2020 wordt duidelijk dat [bijnaam 3] ( [betrokkene 2] ) en [gebruikersnaam 3] ( [betrokkene 3] ) ook gebruik maken van het versleuteld communicatienetwerk SkyECC:
2020-04-26
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Goedemorgen maat ik probeer al 2 dagen [bijnaam 3] te bereiken alles goed met hem
2020-04-26
[gebruikersnaam 3] @encrochat.com
Ja alles goed.
2020-04-26
[gebruikersnaam 3] @encrochat.com
Had hem op sky net nog
2020-04-26
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
OK
2020-04-26
[gebruikersnaam 3] @encrochat.com
Zal wel zeggen dat ie ff encro kijkt
2020-04-26
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Dank je
Op 26 april 2020 bespreekt [gebruikersnaam 2] ( [betrokkene 1] ) met [gebruikersnaam 1] ( [betrokkene 2] ) mogelijkheden om vanuit Peru iets te laten plaatsvinden, de beschikking over een lap (laboratorium) om ‘het’ eruit te halen en wordt over het maken van blokken gecorrespondeerd:
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Ik wil even iets vragen [bijnaam 3] heb je maat ook gevraagd
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Ja had deze niet bij ,was ff de stad uit
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Ik heb twee mogelijkheden DAT is van uit Peru alleen ik Ben daar niet sterk het liefst Willen ze alleen DAT er word verstuurd uit systeem ik heb zelf een lap om het er uit tehalen en blokken te maken Dan weet jij ook wat ik aan hem vraag of hij iets kan betekenen
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Had ik je maat gestuurd
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Ik heb het bedrijf DAT kan bestellen
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Er zijn een paar Jongens hier sterk hier in Dubai
Op 2 mei 2020 vindt wederom een gesprek plaats tussen [gebruikersnaam 2] ( [betrokkene 1] ) en [gebruikersnaam 1] ( [betrokkene 2] ). Het gesprek gaat over welke TP (tussenpersoon en/of transporteur) deelneemt, de logistiek vanuit de overkant (Zuid-Amerika), het maken van blokken en de kwaliteit daarvan:
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Hij is nog aan het puzzelen,misschien gewoon eigen TP er tussen zetten
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Besteller bepaald welke TP gaat ophalen toch ?
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Ja DAT is waar alleen als er onmin is met besteller Dan is het lastig heb je maat gevraagd of het een financiele kwestie is alleen daar Wilde hij niet op in gaan
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
[bijnaam 3] kan jij iemand die blik kan bestellen aan de overkant heb een top bedrijf met asperges in blik daar kan ik in systeem mee sturen van uit peru
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Dan maken we de blokken lekker zelf
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
En komt bijna altijd binnen
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Ok ik ga ff kijken
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
En vaak nog beter van kwaliteit
Op 11 mei 2020 vindt er andermaal een gesprek plaats tussen [gebruikersnaam 2] ( [betrokkene 1] ) en [gebruikersnaam 1] ( [betrokkene 2] ). Het gesprek gaat over containers, het uitpakken van een bak, het meeliften op transportlijnen, betrokken tussenpersonen/bedrijven en lijsten vanuit Ecuador:
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Wereldwijd minimaal 100 containers in de week
2020-05-11
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Kunnen we meeliften op een lijn van hun ?
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Jazeker
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Want we pakken die hele bak er uit
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
En daarna gaat hij door naar de klant
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Tp heb ik in handen
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Die rijd al voor DAT bedrijf
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Wij krijgen de code om hem op te halen
2020-05-11
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Ok van Equa kan ook ?
2020-05-11
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Wat is minimal ?
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Ook dit is echt top ja
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
250 stuks
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Ja ecua kan
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Ik zal je de lijsten sturen van ecuador
2020-05-11
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Willen ze een BV geven waar ze mee werken ?
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Welke bedrijven
2020-05-11
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Ok top
2020-05-11
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
Ik zie ze zo
2020-05-11
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Ok is goed
Op 9 mei 2020 heeft [gebruikersnaam 1] ( [betrokkene 2] ) in een EncroChat-gesprek naar een onbekend tegenaccount geschreven dat er met fruit teveel verlies per container wordt geleden, maar hij en anderen wel in het bezit zijn van een bananenbedrijf. Hiermee is het met betrekking tot ‘2500’ eens goed verlopen maar in relatie tot ‘1500’ eens fout:
2020-05-09
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Fruit is niet interessant
2020-05-09
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Teveel verlies per container
2020-05-09
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Ik zit vast voor 1500 in bananen
2020-05-09
[gebruikersnaam 4] @encrochat.com
Damn
2020-05-09
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
Bananen bedrijf in Ned was van mij en me mensen
2020-05-09
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
1 keer 2500 goed
2020-05-09
[gebruikersnaam 1] @encrochat.com
1500 fout
2020-05-09
[gebruikersnaam 4] @encrochat.com
Oh dar verhaal van laatst van jou
Het account [gebruikersnaam 2] ( [betrokkene 1] ) heeft met [gebruikersnaam 3] ( [betrokkene 3] ) eerder, op 26 april 2020, een soortgelijk gesprek gevoerd. Daarin wordt gezegd dat er eenmaal iets goed is gegaan, maar er ook eenmaal hoofdpijn is ontstaan:
2020-04-26
[gebruikersnaam 2] @encrochat.com
We hebben iets goed gehad we hebben een keer hoofdpijn nu tijd om weer te lachen
2020-04-26
[gebruikersnaam 3] @encrochat.com
Ja we moeten verder hoe dan ook
Het juridisch kader:Op grond van artikel 36e tweede lid Sr kan een ontnemingsmaatregel betrekking hebben op het voordeel dat de betrokkene heeft verkregen door middel van, of uit de baten van, andere strafbare feiten waaromtrent “voldoende aanwijzingen” bestaan dat deze door de betrokkene zijn begaan. Het bestaan van “voldoende aanwijzingen” mag niet door de rechter worden aangenomen, indien niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat die andere strafbare feiten ook daadwerkelijk door betrokkene zijn begaan
(vgl. Hoge Raad d.d. 29 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1523).
De EncroChat-gesprekken in relatie tot dossier Catamaran
De rechtbank stelt voorop dat er voldoende aanknopingspunten zijn die erop duiden dat in de EncroChat-conversaties wordt gesproken over de strafzaak Catamaran. De combinatie van de geïdentificeerde personen en de inhoud van de gespreksstof vertonen duidelijke overeenkomsten met het dossier. Een andersluidende verklaring (die geloofwaardig en verifieerbaar is), die ertoe had kunnen leiden dat de gesprekken anders moeten worden opgevat, ontbreekt.
De rechtbank heeft uit de EncroChat-gesprekken afgeleid dat [betrokkene 3] , [betrokkene 2] en [betrokkene 1] in een samenwerkingsverband hebben geopereerd. Ze hebben contact met elkaar en houden elkaar op de hoogte. [betrokkene 2] heeft gerefereerd aan
‘een bananenbedrijf in Ned van mij en me mensen.’Er zijn aanknopingspunten dat hiermee Mirell BV wordt bedoeld, het bedrijf dat in dit onderzoek bananen als deklading voor cocaïne heeft gebruikt. Volgens de rechtbank wordt met
‘1500 fout’de 1468 kilogram cocaïne aangeduid die in het onderzoek is aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat met de woorden
‘ik zit vast’mogelijk de voorlopige hechtenis wordt bedoeld, die de verdachten daarin opgelegd hebben gekregen. Er zijn kortom duidelijk raakvlakken met de strafzaak.
De beoordeling van de ontnemingsvordering
De ontnemingszaak heeft echter betrekking op een ander strafbaar feit. Volgens het Openbaar Ministerie is dit de betrokkenheid bij de invoer en verkoop van 2500 kilogram cocaïne. [betrokkene 2] heeft zich in een gesprek laten ontvallen:
‘1 keer 2500 goed’. Het is volgens de rechtbank, gelet op de eerder gedane vaststellingen, mogelijk dat hier wordt gesproken over een geslaagde operatie in relatie tot 2500 kilogram aan verdovende middelen. De conversatie tussen [betrokkene 3] en [betrokkene 1] sluit ook hierop aan. Daarbij wordt immers in herinnering gebracht:
‘we hebben iets goed gehad’en
‘we hebben een keer hoofdpijn’. De rechtbank plaatst deze uitlatingen ook tegen de achtergrond van de andere berichten. [betrokkene 2] en [betrokkene 3] maken naast EncroChat gebruik van SkyECC. Het is een feit van algemene bekendheid dat Encro en Sky veelvuldig zijn gebruikt in het criminele circuit om op afgeschermde wijze te kunnen communiceren. Voorts spreken [betrokkene 1] en [betrokkene 2] over bronlanden waarin cocaïne wordt gemaakt, over (de kwaliteit van) blokken, containers, uithalen, transportlijnen, tussenpersonen en de logistiek die hierbij een rol kan spelen. Het is algemeen bekend dat deze terminologie vaker wordt gebruikt in relatie tot het transport van verdovende middelen. Daarenboven zijn zowel [betrokkene 3] als [betrokkene 2] als [betrokkene 1] in onderzoek Catamaran veroordeeld voor de verlengde invoer van cocaïne, waarin deze begrippen en elementen ook aan de orde zijn geweest.
De rechtbank kan op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting echter onvoldoende vaststellen dat [betrokkene 3] , [betrokkene 2] en [betrokkene 1] hierbij daadwerkelijk wederrechtelijk voordeel hebben behaald. Hoewel zij zich in een sfeer lijken te begeven die in verband gebracht kan worden met verdovende middelen, is onvoldoende duidelijk en concreet gemaakt wat er feitelijk is voorgevallen. De teksten:
‘1 keer 2500 goed’en
‘we hebben iets goed gehad’kunnen weliswaar in vooromschreven zin worden opgevat, maar op de keper beschouwd zijn deze teksten niet zeer specifiek en ook multi-interpretabel. Het is voor de rechtbank niet vast te stellen wie verantwoordelijk is, waar en wanneer iets heeft plaatsgevonden en welke gedragingen zijn verricht. De officier van justitie heeft ter zitting aangegeven dat moet worden uitgegaan van de invoer en verkoop van 2500 kilogram cocaïne. De rechtbank kan daar niet zonder meer in meegaan, bij gebrek aan nadere informatie hierover. De rechtbank betrekt hierbij ook het gegeven dat de prijzen die in de voordeelsberekening zijn gehanteerd, gefundeerd zijn, maar niet op enige wijze ook in de EncroChat-conversaties naar voren zijn gekomen. Er wordt zelfs geen enkel concreet bedrag besproken. Evenmin wordt gesproken over een verdeling van kosten of opbrengsten. De opmerkingen van [betrokkene 3] en [betrokkene 1] op EncroChat (dat er geld in Valencia ligt en vastgoed in Roemenië en Griekenland bestaat) maken dit niet anders. Uit de ARO-verzoeken die in dit kader zijn gedaan aan Roemenië en Griekenland blijkt niet dat [betrokkene 1] een woning in deze landen op naam heeft staan. Er is van [betrokkene 3] of van [betrokkene 2] ook geen buitenlands vermogen bekend geworden.
Conclusie
De rechtbank concludeert dan ook dat niet is komen vast te staan dat wederrechtelijk verkregen voordeel is behaald op basis van andere strafbare feiten die door betrokkene zijn begaan. De rechtbank zal daarom de vordering tot ontneming van de officier van justitie afwijzen.
Het verweer van de verdediging slaagt in zoverre.

5.De beslissing

De rechtbank:
-
wijstde vordering van de officier van justitie, strekkende tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel,
af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. Goossens, voorzitter, mr. M.H.M. Collombon en mr. D.L.J. Martens, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. P.A.C. Admiraal en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 mei 2024.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.