ECLI:NL:RBZWB:2024:286

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 januari 2024
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
C/02/415536 / FA RK 23-5125
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking verzoek tot benoeming bijzondere curator na wijziging gezamenlijk gezag

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 januari 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige, geboren in 2010. De minderjarige, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N. Stolk, had verzocht om de benoeming van een bijzondere curator ex artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek, omdat er een belangenstrijd was ontstaan met de vader, die als verdachte in een strafzaak was aangemerkt. De rechtbank had eerder op 18 december 2023 het gezamenlijk gezag over de minderjarige gewijzigd, waardoor de moeder voortaan alleen belast was met het gezag.

De rechtbank heeft het verzoek van de minderjarige beoordeeld op basis van verschillende stukken, waaronder e-mailcorrespondentie van de advocaat en de beschikking van 18 december 2023. Na ontvangst van de beschikking heeft mr. Stolk aangegeven dat het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator niet meer zinvol was, omdat de vader geen verweer had gevoerd tegen de wijziging van het gezag. Op 22 december 2023 heeft mr. Stolk het verzoek ingetrokken.

Aangezien het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator is ingetrokken, heeft de rechtbank besloten dat er geen inhoudelijke beoordeling meer nodig was. De rechtbank heeft de minderjarige niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, Bakker-Maljers, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/415536 / FA RK 23-5125
datum uitspraak: 18 januari 2024
beschikking betreffende benoeming bijzondere curator
op verzoek van de minderjarige
[minderjarige] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010, hierna te noemen de [minderjarige] ,
advocaat: mr. N. Stolk te Rotterdam.
De rechtbank heeft in deze zaak als belanghebbende aangemerkt:
[de moeder], hierna te noemen de moeder,
wonende te [woonplaats] .

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- het op 25 oktober 2023 ontvangen verzoek met bijlagen;
- het emailbericht van mr. Stolk d.d. 6 november 2023;
- het emailbericht van de griffier aan mr. Stolk d.d. 20 december 2023;
- het emailbericht van mr. Stolk d.d. 20 december 2023;
- het F5-formulier van mr. Stolk d.d. 22 december 2023.

2.De feiten

2.1
Uit de affectieve relatie van mevrouw [de moeder] en de heer [de vader] is de [minderjarige] op [geboortedag] 2010 te [geboorteplaats] geboren. Blijkens het gezagsregister zijn de ouders bij beslissing van [datum] 2014 gezamenlijk met het ouderlijk gezag belast.
2.2
[minderjarige] woont bij de moeder.
2.3
Bij beschikking van 18 december 2023 heeft de rechtbank het gezamenlijk gezag gewijzigd en bepaald dat de moeder voortaan alleen is belast met het gezag over [minderjarige] .

3.Het verzoek en de beoordeling

3.1
Namens [minderjarige] verzoekt mr. Stolk om een bijzondere curator ex artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek te benoemen om de belangen van [minderjarige] te behartigen in de strafzaak bekend onder parketnummer 02.084256-23.
Ter onderbouwing van het verzoek stelt mr. Stolk dat zij de [minderjarige] bijstaat in de voornoemde strafzaak met de vader van [minderjarige] als verdachte. Mr. Stolk is voornemens om namens [minderjarige] in deze strafzaak een vordering benadeelde partij in te dienen. Nu de vader tevens gezaghebbende ouder is en daarmee gehouden is tot het tekenen van een schadevergoeding die aan hem namens [minderjarige] zal worden verzocht, is er sprake van een belangenstrijd. Benoeming van een bijzondere curator is noodzakelijk om de belangen van [minderjarige] te kunnen behartigen en om namens [minderjarige] de vordering te kunnen indienen. De moeder heeft reeds een verzoek bij de rechtbank ingediend tot wijziging van het gezamenlijk gezag, echter is vooralsnog niet duidelijk wanneer de rechtbank dit verzoek inhoudelijk zal behandelen.
3.2
Bij emailbericht van 20 december 2023 heeft de griffier van deze rechtbank mr. Stolk op de hoogte gesteld van de beslissing van de rechtbank van 18 december 2023, waarbij het gezamenlijk gezag is gewijzigd en de moeder alleen is belast met het gezag over [minderjarige] . De rechtbank heeft mr. Stolk verzocht om zich uit te laten over wat deze uitspraak betekent voor het onderhavige verzoek.
3.3
Op 20 december 2023 heeft mr. Stolk gereageerd op het voorgaande. Zij heeft de beschikking inmiddels ontvangen van de moeder en begrijpt hieruit dat de vader geen verweer heeft gevoerd tegen de door de moeder verzochte wijziging van het gezag. De verwachting bestaat dan ook niet dat tegen deze beslissing hoger beroep zal worden ingesteld. Dat maakt dat het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator niet zinvol meer is. Bij F5-formulier d.d. 22 december 2023 heeft mr. Stolk haar verzoek ingetrokken.
3.4
Nu namens [minderjarige] het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator is ingetrokken, behoeft dit geen inhoudelijke beoordeling en beslissing meer van de rechtbank. De rechtbank zal [minderjarige] dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek.

4.De beslissing

De rechtbank
verklaart [minderjarige] niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. Dijkman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2024 in tegenwoordigheid van Bakker-Maljers, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.