In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een Wajong-uitkering. De aanvraag was door het UWV afgewezen met een besluit van 11 mei 2022, en het bezwaar hiertegen werd bij het bestreden besluit van 22 december 2022 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 16 april 2024 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van het UWV, mr. M. Reitsma.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres eerder meerdere aanvragen voor een Wajong-uitkering heeft ingediend, die allemaal zijn afgewezen op basis van het ontbreken van arbeidsvermogen. De rechtbank heeft de medische informatie en de rapportages van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige beoordeeld. De verzekeringsarts heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de belastbaarheid van eiseres zouden wijzigen. De rechtbank heeft ook de argumenten van eiseres overwogen, waaronder haar stelling dat haar bevalling invloed heeft gehad op haar beperkingen.
De rechtbank concludeert dat eiseres basale werknemersvaardigheden heeft en in staat is om een taak te verrichten, ondanks haar beperkingen. De rechtbank oordeelt dat het UWV op goede gronden heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat eiseres arbeidsvermogen heeft. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag door het UWV.