ECLI:NL:RBZWB:2024:2816

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 maart 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
10679389 \ MB VERZ 23-996
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens te late indiening en onvoldoende bewijs van verhuur

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 maart 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het rijden van 4 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op 6 juli 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene te laat beroep heeft ingesteld, aangezien de termijn van zes weken, zoals bepaald in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, op 5 januari 2023 eindigde, terwijl het beroepschrift pas op 22 februari 2023 was ontvangen. Ondanks deze termijnoverschrijding heeft de kantonrechter geoordeeld dat de overschrijding verschoonbaar is, omdat betrokkene een bedrijf uit het buitenland betreft en de termijnoverschrijding een relatief korte periode omvatte.

Inhoudelijk heeft betrokkene aangevoerd dat het voertuig ten tijde van de gedraging was verhuurd. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat betrokkene deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd, aangezien er geen geldige huurovereenkomst is overgelegd. Hierdoor is niet komen vast te staan dat de uitzondering voor de kentekenhouder van toepassing was. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en de boete als terecht opgelegd aan betrokkene als kentekenhouder.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10679389 \ MB VERZ 23-996
CJIB-nummer : 5062 5422 5076 1337
uitspraakdatum : 18 maart 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 18 maart 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.M. Oostdam (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 4 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op 6 juli 2022 om 19:03 uur op de Heikantlaan kruising Telemannpad in Tilburg.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat het voertuig was verhuurd ten tijde van de gedraging.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep primair niet-ontvankelijk te verklaren wegens overschrijding van de termijn in de kantonfase en subsidiair ongegrond wegens het ontbreken van een huurovereenkomst.

Overwegingen

Beroep te laat
Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. Voor het instellen van beroep geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 5 januari 2023. Het beroepschrift is echter pas op 22 februari 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld.
In de uitnodiging voor de zitting is betrokkene erop gewezen dat als het beroep te laat is ingediend en daarvoor geen geldige reden is aangevoerd, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
Betrokkene is niet verschenen op de zitting en heeft in het beroepschrift hierover niets aangevoerd. Echter betrokkene betreft een bedrijf uit het buitenland en de termijnoverschrijding omvat een relatief korte periode. Daardoor is de kantonrechter van oordeel dat betrokkene het voordeel van de twijfel verdient en de termijnoverschrijding verschoonbaar acht.
Inhoudelijk
Op grond van artikel 5 Wahv wordt, als niet direct kan worden vastgesteld wie de bestuurder is, de boete opgelegd aan de kentekenhouder. Ingevolge artikel 8 Wahv is dat alleen dan anders indien de kentekenhouder
( a) niet heeft kunnen voorkomen dat een ander van het voertuig gebruik heeft gemaakt of
( b) een schriftelijke bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst van ten hoogste drie maanden met betrekking tot het voertuig overlegt of
( c) ten tijde van de gedraging niet meer de eigenaar van het voertuig was.
Betrokkene stelt dat het voertuig zou zijn verhuurd ten tijde van de gedraging. De kantonrechter begrijpt dat betrokkene hiermee een beroep doet op de uitzondering onder b (bedrijfsmatige verhuur). Betrokkene heeft die stelling echter onvoldoende met bewijzen onderbouwd en heeft nagelaten een geldige lease- of huurovereenkomst te overleggen, zodat niet is komen vast te staan dat die uitzondering zich heeft voorgedaan. Het beroep daarop wordt dan ook verworpen. De boete is dus terecht aan betrokkene als kentekenhouder opgelegd.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. C.A. Lequin, en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: