Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 16 april 2024;
- het proces-verbaal van bevindingen, eindproces-verbaal
- het proces-verbaal van bevindingen, eindproces-verbaal p. 732;
- het proces-verbaal van bevindingen, eindproces-verbaal p. 749;
- het proces-verbaal van bevindingen, eindproces-verbaal p. 767;
- het geschrift, zijnde de akte van opsporingsbevoegdheid van 12 maart 2018, eindproces-verbaal p. 826;
- het geschrift, zijnde de akte van opsporingsbevoegdheid van 15 mei 2019, eindproces-verbaal p. 829;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 1 november 2022, eindproces-verbaal p. 891.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;