ECLI:NL:RBZWB:2024:2786
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting door belanghebbende ongegrond verklaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 april 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg had op 5 september 2022 een naheffingsaanslag opgelegd aan de belanghebbende, die zijn auto op 25 juli 2022 had geparkeerd zonder de verschuldigde parkeerbelasting te betalen. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij niet op de hoogte was van de betalingsverplichting. De rechtbank stelt vast dat er voldoende parkeeraanwijzingen aanwezig waren en dat het de verantwoordelijkheid van de parkeerder is om zich te informeren over de geldende regels. De rechtbank wijst het verzoek van de belanghebbende om de naheffingsaanslag te vernietigen vanwege problematische schulden af, aangezien parkeerbelasting een objectieve belasting is en persoonlijke omstandigheden niet in aanmerking kunnen worden genomen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en kent geen griffierecht of proceskostenvergoeding toe aan de belanghebbende.