ECLI:NL:RBZWB:2024:2779
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- M. Goedegebuur
- Rechtspraak.nl
Incident voorlopige voorziening in civiele procedure over geldvordering en afwijzing van verzoek tot voorschot
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 april 2024 uitspraak gedaan in een incident tot voorlopige voorziening. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.J.E. Hovener, vorderde een voorschot van € 21.739,67 op basis van een overeenkomst met de gedaagde partij, Helios, die een zonnepaneleninstallatie had gerealiseerd. De eiser stelde dat de installatie gebrekkig was en dat er brandgevaarlijke situaties waren ontstaan. Ondanks herhaalde verzoeken had Helios de afspraken over het verplaatsen van de installatie niet nagekomen. De rechtbank oordeelde dat de eiser onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de hoogte van de gevorderde schadevergoeding vaststond en dat er geen spoedeisend belang was om het gevorderde bedrag nu al te ontvangen. De vordering werd afgewezen en de eiser werd veroordeeld in de proceskosten van het incident, begroot op € 614,00. De hoofdzaak zal op 5 juli 2024 verder worden behandeld.