Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2024 in de zaak tussen
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 25 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, een V.O.F. en drie andere eisers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor verlenging van een standplaatsvergunning voor een foodtruck op een plein in Schouwen-Duiveland. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard en het bestreden besluit van het college vernietigd. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende onderbouwd had dat er sprake was van een weigeringsgrond voor de vergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers hun foodtruck jaarlijks van 1 april tot en met 31 oktober exploiteren en dat het college in eerdere besluiten de vergunning had omgezet naar een vergunning met een looptijd van vijf jaar. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het college niet had kunnen weigeren om de vergunning te verlengen, omdat de argumenten die het college had aangevoerd, zoals strijd met de redelijke eisen van welstand en milieuoverwegingen, niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank heeft een voorlopige voorziening getroffen, waardoor eisers hun standplaats mogen innemen tot het college een nieuwe beslissing op bezwaar heeft genomen.