ECLI:NL:RBZWB:2024:2710

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
02-058583-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • mr. Bogaert
  • mr. Combee
  • mr. Kempen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en bedreiging van minderjarige door minderjarige verdachte met verspreiding van naaktbeelden

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 april 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte die beschuldigd werd van het verkrachten van een minderjarig slachtoffer. De verdachte heeft het slachtoffer gedwongen hem orale seks te geven door te dreigen met het verspreiden van naaktfoto's via sociale media. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer in 2022 heeft bedreigd met zware mishandeling en de dood, en dat hij naaktfoto's van het slachtoffer heeft verspreid. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 10 april 2024, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, bedreiging en het verspreiden van kinderporno. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden, een werkstraf van 100 uur en een leerstraf van 35 uur. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien de impact op het slachtoffer, die geconfronteerd werd met langdurige psychische gevolgen van het gedrag van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team jeugd
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/058583-23
vonnis van de meervoudige kamer van 24 april 2024
in de strafzaak tegen de minderjarige
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 2008 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]
raadsvrouw mr. C.E.J.E. Kouijzer, advocaat te Middelburg

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld met gesloten deuren op de zitting van 10 april 2024, waarbij de officier van justitie, mr. Van Leeuwen, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in 2022 te [plaats] [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft verkracht, door haar te dwingen hem te pijpen; dat hij [slachtoffer] meermalen heeft bedreigd met zware mishandeling en met de dood door haar bedreigende appjes te sturen; en dat hij naaktfoto’s en filmpjes van [slachtoffer] heeft verspreid via social media.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Feit 1
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft verkracht door haar te dwingen hem te pijpen.
Feit 2
De officier van justitie acht tevens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] gedurende een maandenlange periode heeft bedreigd door haar in die periode berichten met daarin bedreigingen met de dood en met zware mishandeling te sturen en omdat verdachte naar het huis van [slachtoffer] is gegaan.
Feit 3
De officier van justitie acht tot slot ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte naaktfoto’s en naaktfilmpjes van [slachtoffer] heeft verspreid op social media, waarbij verdachte beledigende teksten heeft gezet.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Feit 1
De verdediging is van mening dat niet bewezen kan worden verklaard dat verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen hem te pijpen omdat er daarvoor niet voldoende wettig en overtuigend bewijs is. Verdachte ontkent dat [slachtoffer] hem heeft gepijpt. Alle verklaringen hierover zijn afkomstig van één bron, te weten van [slachtoffer] . Zij is niet consistent in haar verhaal en kan daarom niet in haar verhaal worden gevolgd. Bovendien is de verdediging van mening dat, voor zover de rechtbank van oordeel is dat wel kan worden vastgesteld dat [slachtoffer] verdachte heeft gepijpt, niet kan worden vastgesteld dat verdachte [slachtoffer] hiertoe heeft gedwongen. De verdediging heeft verzocht verdachte van dit feit vrij te spreken.
Feit 2
De verdediging is van mening dat de bedreiging wettig en overtuigend kan worden bewezen. Wel verzoekt de verdediging verdachte partieel vrij te spreken van de zinsneden
"het is alsnog beter dan de dood [slachtoffer] "en
"luister nou even naar [verdachte] ... kanker cobra schijt door aan je kanker kanker brievenbus....zonder bivak...ik heb die kanker camera's van jou. Ik gooi een kanker baksteen door die kankerruit. Ik kom kanker naar binnen en schiet je kanker moeder lek. Doe nog een keer hebt kanker gevoegd stoer...ik wil gevoegd worden binnen 5 minuten.., als je mij niet kanker sla ik je kanker tanden eruit. Ik zag je vandaag al met je vader fietsen zo langs het treinstation naar je huis toen riep ik [slachtoffer] de kankerhoer aan je vader, ga alles uitleggen wat je doet vieze kanker sletje..."nu niet kan worden vastgesteld dat deze door verdachte aan [slachtoffer] zijn gestuurd.
Feit 3
De verdediging is ook van mening dat het plaatsen van de naaktfoto’s en van de naaktfilmpjes van [slachtoffer] door verdachte op social media, wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat [slachtoffer] in de zomer van 2022 naaktfoto’s en naaktfilmpjes van zichzelf naar verdachte heeft gestuurd en dat zij en verdachte hierna op 6 augustus 2022 met elkaar hebben afgesproken bij de [locatie] in [plaats] . Hier zijn zij samen een toilethokje in gegaan, waar de deur op slot is gedaan en waar zij met elkaar hebben gezoend.
De verklaringen van [slachtoffer] en verdachte over wat er verder in dit toilethokje is gebeurd, lopen uiteen. [slachtoffer] heeft, kortgezegd verklaard, dat verdachte tegen haar zou hebben gezegd dat zij hem moest pijpen omdat hij anders hij naaktfoto’s van haar op Telegram zou zetten. Ook zou hij hebben gezegd dat, als zij hem zou pijpen, hij de naaktbeelden van haar zou verwijderen. [slachtoffer] voelde zich door verdachte gechanteerd en heeft hierom met verdachte afgesproken en heeft zij hem in het toilethokje bij de [locatie] in [plaats] gepijpt.
Verdachte heeft verklaard dat er geen seksuele handelingen zijn verricht in het toilethokje. Er is tussen hem en [slachtoffer] enkel gezoend en [slachtoffer] heeft haar bh uitgetrokken.
Gelet op de uiteenlopende verklaringen dient de rechtbank allereerst de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] te beoordelen en vervolgens te bepalen of er voor de verklaring van [slachtoffer] voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is.
Betrouwbaarheid verklaring [slachtoffer]
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] meermalen een consistente verklaring heeft afgelegd over het pijpen en over de reden waarom. Zowel tegen de politie, als tegen haar ouders, tegen een [leerkracht] en tegen het [opleidingshoofd] , heeft [slachtoffer] verklaard dat verdachte haar had gedwongen om hem te pijpen omdat hij, als zij dat niet zou doen, hij naaktbeelden van haar online zou zetten. Ook had verdachte haar beloofd dat, als zij hem zou pijpen, hij deze naaktbeelden zou verwijderen. Voorts heeft [slachtoffer] in haar verklaring bij de politie zeer uitvoerig verklaard over de wijze waarop het ‘toiletbezoek’ is verlopen en over welke handelingen er nog meer door haar en verdachte zijn verricht. Zo heeft [slachtoffer] verklaard dat zij uiteindelijk opgewonden is geraakt, waarna er ook nog een vaginale penetratie is gevolgd. Zij heeft verklaard dat zij zich hier niet toe gedwongen voelde omdat zij inmiddels opgewonden was geworden. Nu [slachtoffer] niet heeft geschroomd dit laatste deel bij de politie te vertellen en door daarbij ook haar eigen gedrag en gevoel te benoemen en gezien de consistentie in haar verklaringen, ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan haar verklaring en acht de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] geloofwaardig en betrouwbaar.
Dat [slachtoffer] tegen haar ouders wellicht niet zo uitvoerig heeft verklaard als zoals zij bij de politie heeft verklaard, doet hieraan naar het oordeel van de rechtbank niets af. De rechtbank kan zich goed voorstellen dat het voor [slachtoffer] lastig was om met hen over de (seksuele) details van de ontmoeting met verdachte te spreken. Ook lijkt zij tegen anderen slechts verteld te hebben over het deel van de handelingen waartoe zij zich door verdachte gedwongen heeft gevoeld. Dit vindt de rechtbank niet afdoen aan haar geloofwaardigheid.
Steunbewijs
Naar het oordeel van de rechtbank vindt de verklaring van [slachtoffer] daarnaast voldoende steun in een ander op zichzelf staand bewijsmiddel. Uit het onderzoek naar de telefoon van [slachtoffer] blijkt immers dat zij in een chatgesprek met ‘ [naam 3] ’ aangeeft dat zij verdachte heeft gepijpt en dat zij dit moest doen omdat verdachte dreigde anders foto’s van haar online te zetten.
Dwang?
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of kan worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen deze seksuele handeling te plegen - door te dreigen met geweld of met een andere feitelijkheid in de zin van artikel 242 Sr en of verdachte haar dus heeft verkracht. De rechtbank is van oordeel dat verdachte [slachtoffer] wel degelijk heeft gedwongen hem te pijpen doordat hij bij haar de angst heeft ingeboezemd om nog meer naaktbeelden van haar online te zetten. Verdachte heeft [slachtoffer] opzettelijk laten vrezen – immers kan worden aangenomen dat het openbaar maken van naaktbeelden als zeer onprettig kan worden ervaren door een slachtoffer –, welke vrees hij heeft gebruikt als dwangmiddel om [slachtoffer] hem te laten pijpen. Ook heeft hij haar voorgehouden eerder door haar aan hem verzonden naaktbeelden te zullen verwijderen als zij hem zou pijpen. Daaruit volgt dat wanneer zij hem niet zou pijpen, deze beelden bewaard zouden blijven. Ook dit valt naar het oordeel van de rechtbank onder het dreigen met een andere feitelijkheid.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op voorgaande, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de verkrachting van [slachtoffer] .
Feit 2
Aangezien verdachte ten aanzien van feit 2 een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, afkomstig uit het eindproces-verbaal met zaaknummer PL2000-2022313303, doorgenummerd van pagina 1 t/m 169. De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- de bekennende verklaring van verdachte ,afgelegd tijdens de zitting van 10 april 2024;
- de aangifte van [naam 1] , d.d. 5 december 2022, opgenomen op pagina 9 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] d.d. 8 december 2023, opgenomen op pagina 26 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer PL2000-2022313303-11, opgenomen op pagina 13 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer PL2000-2022313303-6, opgenomen op pagina 40 e.v. van het einddossier.
De rechtbank stelt ten aanzien van de zinsnede
"luister nou even naar [verdachte] ... kanker cobra schijt door aan je kanker kanker brievenbus....zonder bivak...ik heb die kanker camera's van jou. Ik gooi een kanker baksteen door die kankerruit. Ik kom kanker naar binnen en schiet je kanker moeder lek. Doe nog een keer hebt kanker gevoegd stoer...ik wil gevoegd worden binnen 5 minuten.., als je mij niet kanker sla ik je kanker tanden eruit. Ik zag je vandaag al met je vader fietsen zo langs het treinstation naar je huis toen riep ik [slachtoffer] de kankerhoer aan je vader, ga alles uitleggen wat je doet vieze kanker sletje..."vast dat [slachtoffer] de stem die dit bericht heeft ingesproken heeft herkend als zijnde de stem van verdachte. Ook leidt de rechtbank uit de inhoud van het bericht af dat deze niet anders dan afkomstig van zijn dan van verdachte, nu deze overeenkomt met talloze tekstberichten die verdachte aan [slachtoffer] heeft gestuurd. De rechtbank komt daarom ook tot de bewezenverklaring van deze zinsnede.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van de zinsnede
“het is alsnog beter dan de dood [slachtoffer] ”, nu niet kan worden vastgesteld dat dit bericht door verdachte aan [slachtoffer] is gestuurd.
Feit 3
Aangezien verdachte ook ten aanzien van feit 3 een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, afkomstig uit het eindproces-verbaal met zaaknummer PL2000-2022313303, doorgenummerd van pagina 1 t/m 169. De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens de zitting van 10 april 2024;
- de aangifte van [naam 1] , d.d. 5 december 2022, opgenomen op pagina 9 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] d.d. 8 december 2023, opgenomen op pagina 26 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer PL2000-2022313303-16, opgenomen op pagina 135 van het einddossier.
De rechtbank concludeert dat niet is vast te stellen dat verdachte degene is geweest die de beledigende teksten bij de foto’s en filmpjes heeft geplaatst en zal verdachte hiervan dan ook partieel vrijspreken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van 1 juni 2022 tot en met 24 november 2022 te [plaats] door bedreiging met een feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een handeling die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en bestaande
diebedreiging met een feitelijkheid uit het dreigen met het openbaar maken van naaktfoto's van die [slachtoffer] via sociale media en
uit hetbeloven de door die [slachtoffer] gestuurde naaktfoto's te verwijderen;
2
meermalen, in de periode van 6 september 2022 tot en met 29 november 2022 te [plaats] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door de woorden en berichten toe te sturen (zakelijk weergegeven) dat die [slachtoffer] hem moet voegen anders loopt het zwaar uit de hand en gaat hij doordraaien en dat hij bij die [slachtoffer] binnen breekt met een koevoet als het moet en die [slachtoffer] naar de vloer brengt, en
"luister nou even naar [verdachte] ... kanker cobra schijt door aan je kanker kanker brievenbus....zonder bivak...ik heb die kanker camera's van jou. Ik gooi een kanker baksteen door die kankerruit. Ik kom kanker naar binnen en schiet je kanker moeder lek. Doe nog een
keer hebt kanker gevoegd stoer...ik wil gevoegd worden binnen 5 minuten.., als je mij niet kanker sla ik je kanker tanden eruit. Ik zag je vandaag al met je vader fietsen zo langs het treinstation naar je huis toen riep ik [slachtoffer] de kankerhoer aan je vader, ga alles uitleggen wat je doet vieze kanker sletje..." en
"ik ben Kkr boos hé als ik woedeaanval krijg word k kkr gek hé ik ga in de nacht stenen door je kkr ruit gooien he en cobra 8 en illegaale vuurwerk bommen door je kkr brievenbus en tuin gooien je bent echt d lul en je huis k ben goed met [naam 2] uit je klas ik vraag
hem wel Hoelaat je maandag uit ben en dan kom k je wel tegen als je naar huis fiets" en "dus dat maakt niet uit hoor ga naar de politie toe dan bombardeer ik je kkr huis met illegaal
vuurwerk uit duitsland voeg nu terug" en
"k vraag wel aan [naam 2] Hoelaat je maandag uit ben want ik ben dan al vroeg uit ik volg je dan naar huis en dan gaan we zien wat gaat gebeuren onderweh" en
"voordat je hele huis in de kkr fik ga" en
"k bombardeer je kkr huis En trap je van je kkr fiets onderweg" en
"k kan ook met groepje komenen je kkr huis in vik zetten met benzine" en
"voeg nu KKK HOER K SLA JE KKR TANDEN DERUIT VANAVOND GOOI IK STENEN MET BOYS DOOR JE KMR RUIT" en
vervolgens naar het huis van die [slachtoffer] te gaan;
3
meermalen, in de periode van 13 november 2022 tot en met 18 december 2022 te [plaats] , van een persoon, [slachtoffer] , een afbeelding van seksuele aard, te weten naaktfoto's en/of naaktfilmpjes, waarop een ontbloot vrouwenlichaam te zien is die met een hand tegen een borst drukt en een vagina met een hand die met vingers over de vagina wrijft met daarbij de profielfoto van die [slachtoffer] en een naakt meisje waarop de borsten te zien zijn, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van twee maanden met een proeftijd van twee jaren, een werkstraf voor de duur van 100 uren en een leerstraf [traject] Verlengd Plus seksueel grensoverschrijdend gedrag van 35 uur.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat bij een bewezenverklaring van enkel de feiten 2 en 3 volstaan kan worden volstaan met de leerstraf [traject] Verlengd Plus seksueel grensoverschrijdend gedrag en met een onvoorwaardelijke werkstraf. De verdediging is van mening dat, indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van alle feiten, het strafadvies van de Raad voor de Kinderbescherming kan worden gevolgd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich in 2022 schuldig gemaakt aan verkrachting, aan bedreiging en aan het verspreiden van kinderporno, allemaal aangaande [slachtoffer] . Verdachte en [slachtoffer] hebben elkaar op een schoolfeest leren kennen en begonnen elkaar leuk te vinden. In dit kader heeft [slachtoffer] naaktfoto’s en filmpjes van zichzelf aan verdachte verstuurd. Nadat [slachtoffer] wat meer afstand van verdachte nam, heeft verdachte [slachtoffer] gedwongen hem te pijpen, anders zou hij genoemde beelden niet verwijderen en deze openbaar maken op social media. [slachtoffer] voelde zich zo onder druk gezet dat zij hiertoe is overgegaan. Desondanks heeft verdachte de naaktbeelden alsnog via social media verspreid. Ook heeft verdachte [slachtoffer] gedurende een maandenlange periode bestookt met bedreigingen via app-berichtjes en is hij langs haar huis gegaan. Heel kwalijk en naar gedrag van verdachte, zo vindt de rechtbank.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van het verspreiden van naaktbeelden vaak jaren later nog geconfronteerd worden met dergelijke beelden. In de media wordt met regelmaat geschreven over jongeren die een eind aan hun leven maken omdat zij niet kunnen leven met de pesterijen en de schaamte waar zij mee kampen nadat dergelijke beelden openbaar zijn gemaakt. Dat ook [slachtoffer] leed heeft ondervonden van het gedrag van verdachte blijkt wel uit de toelichting op haar vordering, waarin wordt gesproken over concentratieproblemen, suïcidale gedachtes, pestgedrag en over slaapproblemen. Verdachte heeft kennelijk nooit stilgestaan bij het leed dat hij haar zou kunnen berokkenen en hij haar ook heeft berokkend. Hier komt bij dat verdachte voor [slachtoffer] ook nog eens een angstige situatie heeft gecreëerd door haar daarnaast te bestoken met berichtjes waarin hij haar bedreigt met de dood en met zware mishandeling. [slachtoffer] is hierdoor zo angstig geworden dat zij zich genoodzaakt voelde voor enige tijd onder te duiken. De rechtbank neemt verdachte dit zeer kwalijk.
Ook neemt de rechtbank verdachte kwalijk dat hij met zijn gedrag, door haar te dwingen hem te pijpen, op ernstige wijze de integriteit van [slachtoffer] heeft geschonden en hij misbruik heeft gemaakt van haar kwetsbaarheid. De ervaring leert dat slachtoffers van dit soort feiten nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen ondervinden.
Uit het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 3 april 2024, hetgeen ter zitting door de Raad is bevestigd, volgt onder meer dat sprake is van een laag risicoprofiel. De kans op herhaling bij verdachte zit hem in het feit dat hij moeite heeft met het op een juiste manier interpreteren van emoties van anderen, en dat hij niet goed in staat is om grenzen van anderen en zichzelf te herkennen en te respecteren. In het kader van een eerder opgelegde straf heeft verdachte de leerstraf [traject] Regulier Plus gevolgd, waarbij aandacht is besteed aan conflictoplossing op een sociaal-aanvaardbare manier, aan het omgaan met boosheid en aan het ‘nee’ leren zeggen. Hierbij is echter geen aandacht besteed aan het leren herkennen, erkennen en accepteren van de grenzen op het gebied van seksualiteit en evenmin aan sociaal aanvaardbare omgangsvormen op het gebied van seksualiteit. De Raad acht het van belang om hier wel op in te zetten om zo de kans op herhaling te verkleinen. De Raad adviseert hierom aan verdachte op te leggen een gedragsinterventie in de vorm van de leerstraf [traject] Verlengd Plus seksueel grensoverschrijdend gedrag van 35 uren. De Raad adviseert hiernaast om een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen, en – om aan verdachte een duidelijk signaal te geven dat dit ernstige delictgedrag niet wordt getolereerd, waarbij consequenties volgen wanneer hij in herhaling valt – een voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaar.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de feiten en heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd. Ook heeft de rechtbank gekeken naar het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld maar waaruit wel blijkt dat sprake is van artikel 63 Sr.
De rechtbank is alles overwegend, met de officier van justitie, van oordeel dat een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar, een werkstraf voor de duur van 100 uren en een leerstraf, inhoudende [traject] Verlengd Plus seksueel grensoverschrijdend gedrag van 35 uren, passend en geboden is.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 3.275,09 voor de feiten 1, 2 en 3.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte deze feiten heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde schadevergoeding acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van € 1.775,09, waarvan € 775,09 materiële schade en € 1.000,00 immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 6 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen.
Voor het overige is de rechtbank van oordeel dat verdere behandeling van dat deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, zodat de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in haar vordering zal worden verklaard. Dat deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 63, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 139, 242, 285 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 :verkrachting
feit 2 :bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met
zware mishandeling
feit 3 :openbaar maken van een afbeelding van seksuele aard van een persoon,
terwijl hij weet dat deze door of als gevolg van het opzettelijk en
wederrechtelijk vervaardigen van een afbeelding van seksuele aard van een
persoon is verkregen
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een werkstraf van 100 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
50 dagen;
- veroordeelt verdachte tot
een leerstraf, te weten [traject] Verlengd Plus seksueel grensoverschrijdend gedrag van 35 uren;
- beveelt dat indien verdachte de leerstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
17 dagen;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.775,09, waarvan € 775,09 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 6 augustus 2022 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer] , € 1.775,09 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 juni 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bogaert, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. Combee, tevens kinderrechter, en mr. Kempen, rechter, in tegenwoordigheid van Van Dijke, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 april 2024.