4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat [slachtoffer] in de zomer van 2022 naaktfoto’s en naaktfilmpjes van zichzelf naar verdachte heeft gestuurd en dat zij en verdachte hierna op 6 augustus 2022 met elkaar hebben afgesproken bij de [locatie] in [plaats] . Hier zijn zij samen een toilethokje in gegaan, waar de deur op slot is gedaan en waar zij met elkaar hebben gezoend.
De verklaringen van [slachtoffer] en verdachte over wat er verder in dit toilethokje is gebeurd, lopen uiteen. [slachtoffer] heeft, kortgezegd verklaard, dat verdachte tegen haar zou hebben gezegd dat zij hem moest pijpen omdat hij anders hij naaktfoto’s van haar op Telegram zou zetten. Ook zou hij hebben gezegd dat, als zij hem zou pijpen, hij de naaktbeelden van haar zou verwijderen. [slachtoffer] voelde zich door verdachte gechanteerd en heeft hierom met verdachte afgesproken en heeft zij hem in het toilethokje bij de [locatie] in [plaats] gepijpt.
Verdachte heeft verklaard dat er geen seksuele handelingen zijn verricht in het toilethokje. Er is tussen hem en [slachtoffer] enkel gezoend en [slachtoffer] heeft haar bh uitgetrokken.
Gelet op de uiteenlopende verklaringen dient de rechtbank allereerst de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] te beoordelen en vervolgens te bepalen of er voor de verklaring van [slachtoffer] voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is.
Betrouwbaarheid verklaring [slachtoffer]
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] meermalen een consistente verklaring heeft afgelegd over het pijpen en over de reden waarom. Zowel tegen de politie, als tegen haar ouders, tegen een [leerkracht] en tegen het [opleidingshoofd] , heeft [slachtoffer] verklaard dat verdachte haar had gedwongen om hem te pijpen omdat hij, als zij dat niet zou doen, hij naaktbeelden van haar online zou zetten. Ook had verdachte haar beloofd dat, als zij hem zou pijpen, hij deze naaktbeelden zou verwijderen. Voorts heeft [slachtoffer] in haar verklaring bij de politie zeer uitvoerig verklaard over de wijze waarop het ‘toiletbezoek’ is verlopen en over welke handelingen er nog meer door haar en verdachte zijn verricht. Zo heeft [slachtoffer] verklaard dat zij uiteindelijk opgewonden is geraakt, waarna er ook nog een vaginale penetratie is gevolgd. Zij heeft verklaard dat zij zich hier niet toe gedwongen voelde omdat zij inmiddels opgewonden was geworden. Nu [slachtoffer] niet heeft geschroomd dit laatste deel bij de politie te vertellen en door daarbij ook haar eigen gedrag en gevoel te benoemen en gezien de consistentie in haar verklaringen, ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan haar verklaring en acht de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] geloofwaardig en betrouwbaar.
Dat [slachtoffer] tegen haar ouders wellicht niet zo uitvoerig heeft verklaard als zoals zij bij de politie heeft verklaard, doet hieraan naar het oordeel van de rechtbank niets af. De rechtbank kan zich goed voorstellen dat het voor [slachtoffer] lastig was om met hen over de (seksuele) details van de ontmoeting met verdachte te spreken. Ook lijkt zij tegen anderen slechts verteld te hebben over het deel van de handelingen waartoe zij zich door verdachte gedwongen heeft gevoeld. Dit vindt de rechtbank niet afdoen aan haar geloofwaardigheid.
Steunbewijs
Naar het oordeel van de rechtbank vindt de verklaring van [slachtoffer] daarnaast voldoende steun in een ander op zichzelf staand bewijsmiddel. Uit het onderzoek naar de telefoon van [slachtoffer] blijkt immers dat zij in een chatgesprek met ‘ [naam 3] ’ aangeeft dat zij verdachte heeft gepijpt en dat zij dit moest doen omdat verdachte dreigde anders foto’s van haar online te zetten.
Dwang?
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of kan worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen deze seksuele handeling te plegen - door te dreigen met geweld of met een andere feitelijkheid in de zin van artikel 242 Sr en of verdachte haar dus heeft verkracht. De rechtbank is van oordeel dat verdachte [slachtoffer] wel degelijk heeft gedwongen hem te pijpen doordat hij bij haar de angst heeft ingeboezemd om nog meer naaktbeelden van haar online te zetten. Verdachte heeft [slachtoffer] opzettelijk laten vrezen – immers kan worden aangenomen dat het openbaar maken van naaktbeelden als zeer onprettig kan worden ervaren door een slachtoffer –, welke vrees hij heeft gebruikt als dwangmiddel om [slachtoffer] hem te laten pijpen. Ook heeft hij haar voorgehouden eerder door haar aan hem verzonden naaktbeelden te zullen verwijderen als zij hem zou pijpen. Daaruit volgt dat wanneer zij hem niet zou pijpen, deze beelden bewaard zouden blijven. Ook dit valt naar het oordeel van de rechtbank onder het dreigen met een andere feitelijkheid.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op voorgaande, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de verkrachting van [slachtoffer] .
Feit 2
Aangezien verdachte ten aanzien van feit 2 een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, afkomstig uit het eindproces-verbaal met zaaknummer PL2000-2022313303, doorgenummerd van pagina 1 t/m 169. De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- de bekennende verklaring van verdachte ,afgelegd tijdens de zitting van 10 april 2024;
- de aangifte van [naam 1] , d.d. 5 december 2022, opgenomen op pagina 9 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] d.d. 8 december 2023, opgenomen op pagina 26 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer PL2000-2022313303-11, opgenomen op pagina 13 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer PL2000-2022313303-6, opgenomen op pagina 40 e.v. van het einddossier.
De rechtbank stelt ten aanzien van de zinsnede
"luister nou even naar [verdachte] ... kanker cobra schijt door aan je kanker kanker brievenbus....zonder bivak...ik heb die kanker camera's van jou. Ik gooi een kanker baksteen door die kankerruit. Ik kom kanker naar binnen en schiet je kanker moeder lek. Doe nog een keer hebt kanker gevoegd stoer...ik wil gevoegd worden binnen 5 minuten.., als je mij niet kanker sla ik je kanker tanden eruit. Ik zag je vandaag al met je vader fietsen zo langs het treinstation naar je huis toen riep ik [slachtoffer] de kankerhoer aan je vader, ga alles uitleggen wat je doet vieze kanker sletje..."vast dat [slachtoffer] de stem die dit bericht heeft ingesproken heeft herkend als zijnde de stem van verdachte. Ook leidt de rechtbank uit de inhoud van het bericht af dat deze niet anders dan afkomstig van zijn dan van verdachte, nu deze overeenkomt met talloze tekstberichten die verdachte aan [slachtoffer] heeft gestuurd. De rechtbank komt daarom ook tot de bewezenverklaring van deze zinsnede.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van de zinsnede
“het is alsnog beter dan de dood [slachtoffer] ”, nu niet kan worden vastgesteld dat dit bericht door verdachte aan [slachtoffer] is gestuurd.
Feit 3
Aangezien verdachte ook ten aanzien van feit 3 een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, afkomstig uit het eindproces-verbaal met zaaknummer PL2000-2022313303, doorgenummerd van pagina 1 t/m 169. De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens de zitting van 10 april 2024;
- de aangifte van [naam 1] , d.d. 5 december 2022, opgenomen op pagina 9 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] d.d. 8 december 2023, opgenomen op pagina 26 e.v. van het einddossier;
- het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer PL2000-2022313303-16, opgenomen op pagina 135 van het einddossier.
De rechtbank concludeert dat niet is vast te stellen dat verdachte degene is geweest die de beledigende teksten bij de foto’s en filmpjes heeft geplaatst en zal verdachte hiervan dan ook partieel vrijspreken.