ECLI:NL:RBZWB:2024:2680

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
02/004180-98
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in een strafzaak met pedofilie en borderline persoonlijkheidsstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 april 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1971, die momenteel verblijft in een tbs-instelling. De officier van justitie had op 29 februari 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de tbs met twee jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene gediagnosticeerd is met pedofilie, een borderline persoonlijkheidsstoornis en een beperkte neurocognitieve stoornis. Ondanks positieve ontwikkelingen in zijn behandeling, zoals medicatietrouw en een goede verstandhouding met het behandelteam, is er nog steeds een matig tot hoog risico op recidive. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege moet worden verlengd met twee jaar, omdat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende tijd bij een verlenging van één jaar. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met het verleden van de betrokkene, waaronder eerdere onttrekkingen aan toezicht. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De griffier heeft de uitspraak genoteerd en de beslissing is openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/004180-98
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 23 april 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats]
verblijvende bij de [tbs-instelling] te [plaats]
[betrokkene] wordt hierna aangeduid als betrokkene.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie ingekomen op 29 februari 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene van
2 november 2022 tot en met 16 november 2023;
- het verlengingsadvies van de [tbs-instelling] (hierna tbs-instelling) van
26 februari 2024.

2.De procesgang

Bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van
24 augustus 1998 is [betrokkene] veroordeeld voor het opzettelijk onttrekken van een minderjarige aan het wettig over haar gestelde gezag, terwijl die minderjarige beneden de twaalf jaren oud is, verkrachting (meermalen gepleegd) en het plegen van handelingen met iemand beneden de twaalf jaar, die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
tot een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek van voor arrest en tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste
lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 4 mei 2000 aangevangen en laatstelijk verlengd bij beslissing van 6 mei 2022 voor een termijn van twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 9 april 2024 is de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld, advocaat te Breda.
Voorts is de deskundige [GZ-psycholoog] en hoofd behandeling bij de tbs-instelling, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar en heeft daartoe aangevoerd dat betrokkene is gediagnosticeerd met pedofilie van het niet-exclusieve type, een borderline persoonlijkheidsstoornis, trekken van een antisociale persoonlijkheids-stoornis en een beperkte neurocognitieve stoornis (met gedragsstoornissen).
In het voorjaar van 2022 wordt een medicatiewijziging doorgevoerd. De spanningsregulatie van betrokkene verbetert waardoor impulsdoorbraken uitblijven: hij maakt zijn spanningen beter bespreekbaar, vraagt om hulp indien nodig en accepteert begrenzing vanuit het behandelteam. Hij toont motivatie en inzet voor zijn traject, is medicatietrouw en er is sprake van een aanzienlijk verbeterde verstandhouding met het behandelteam. Er is geen sprake meer van heimelijk en onbetrouwbaar gedrag.
Ondertussen breidt betrokkene zijn verlofmogelijkheden en dagprogramma uit. Zo onderneemt hij inmiddels onbegeleid verlof en werkt hij buiten de tbs-instelling op een sociale werkplaats.
Tegelijk maakt hij bij tijden ook een afgevlakte indruk. Hij geeft op zulke momenten aan dat hij zich zorgen maakt over het perspectief dat hem geboden wordt. Hij is van mening dat dit de laatste kans is die hij krijgt (voordat er een longstay-aanvraag ingediend zal worden) en wil het graag goed doen.
In het voorjaar van 2023 wordt ingezet op het toewerken naar transmuraal verlof. Betrokkene wordt aangemeld bij het transmurale behandelingsteam van [zorgorganisatie] en beoogd wordt hem op termijn te verhuizen naar een woonvoorziening van [ggz-instelling] . De concretisering van zijn verdere traject zorgt voor spanningen bij betrokkene, welke hij vervolgens goed in gesprek brengt met het behandelteam. Wanneer de aanvraag transmuraal verlof tweemaal wordt aangehouden door het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT), lukt het betrokkene niet voldoende om zijn programma vast te houden en in contact te blijven met het behandelteam. Hij geeft aan tijdelijk in een separeerkamer te willen verblijven. Hier wordt hem (voor twee dagen) meer structuur en nabijheid geboden waarop hij weer bijdraait in het contact en zijn programma hervat.
Hoewel er een gestage ontwikkeling is in de bewerking van de dynamische risicofactoren, wordt niet verwacht dat binnen één jaar kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel of proefverlof. Daarnaast zijn de geboden begeleiding, het toezicht en de medicatie (antipsychotica) die betrokkene neemt nog altijd noodzakelijk ter voorkoming van een terugval in (seksueel) gewelddadig gedrag. Het risico op een terugval in (seksueel) gewelddadig gedrag wordt bij het spontaan wegvallen van de tbs ingeschat op matig tot hoog.
Ter zitting heeft deskundige [GZ-psycholoog] daaraan toegevoegd dat de nieuwe medicatie ervoor zorgt dat de scherpe randen eraf zijn waarvoor de impulsdoorbraken beter onder controle zijn.
Inmiddels is betrokkene verhuisd in verband met het transmurale verlof. Gezien is dat de verhuizing naar transmuraal betrokkene veel moeite heeft gekost en dat betrokkene intensieve begeleiding daarbij nodig heeft. Er zal tijdens de transmurale fase nog veel tijd nodig zijn om beschermende structuren voor betrokkene verder vorm te geven. Mede gelet op het verleden wordt verwacht dat het transmurale verlof een proces van teleurstellingen en de draad weer oppakken zal zijn. Dit maakt dat de behandeling nog meer dan een jaar in beslag zal nemen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen. Aan de wettelijke vereisten daarvoor is voldaan. Zo is er nog steeds sprake van een stoornis en een matig tot hoog recidiverisico wanneer de tbs-maatregel zou worden beëindigd. Er is geen reden om af te wijken van het advies strekkende tot een verlenging met twee jaar. Ondanks de goede inzet van betrokkene is het niet reëel dat binnen één jaar een voorwaardelijke beëindiging aan de orde is.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij vindt dat hij zichzelf goed staande heeft gehouden ondanks de tegenslagen tijdens de verlofaanvragen. Hij woont sinds 29 maart 2024 transmuraal bij [ggz-instelling] . Betrokkene wil in de toekomst dat de tbs wordt beëindigd en dat hij begeleid gaat wonen bij [ggz-instelling] . Hij vindt dat hij beloond zou moeten worden voor de positieve ontwikkelingen met een verlenging van één jaar.
De verdediging heeft betoogd dat de tbs met één jaar moet worden verlengd, zodat betrokkene volgend jaar met de reclassering aan de slag kan voor de voorwaardelijke beëindiging.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De vraag die vervolgens voorligt, is of de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege met één of twee jaar moet worden verlengd. Uitgangspunt is dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met één jaar, de tbs verlengd dient te worden met twee jaar, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank heeft oog voor de positieve ontwikkelingen van betrokkene tijdens de afgelopen periode waarbij hij motivatie en inzet toont, medicatietrouw is en een goede verstandhouding heeft met het behandelteam. De deskundige acht ondanks deze positieve ontwikkelingen een verlenging met twee jaar op zijn plaats. Gelet op de ervaringen uit het verleden en omdat de stappen die nog gezet moeten worden vermoedelijk gepaard gaan met teleurstelling en de draad weer oppakken, is het niet waarschijnlijk is dat dit traject binnen één jaar reeds is afgerond.
De rechtbank betrekt in haar overweging dat betrokkene zich in 2008 heeft onttrokken aan het toezicht vanuit zijn transmurale woonsituatie en zich tweemaal een dag heeft onttrokken aan het toezicht door niet naar zijn werk te gaan. Daarnaast verblijft betrokkene nog geen maand bij [ggz-instelling] . De stappen die nog genomen moeten worden zullen veel spanningen met zich meebrengen en daarbij is intensieve begeleiding noodzakelijk. De rechtbank acht het aannemelijk dat de te nemen stappen meer tijd in beslag zullen nemen dan één jaar. Van een bijzondere omstandigheid die maakt dat van het uitgangspunt moet worden afgeweken is niet gebleken. De tbs kan niet verlengd worden voor de duur van één jaar enkel voor de motivatie van betrokkene. De rechtbank hoopt dat hij zijn motivatie en positieve ontwikkeling doorzet zodat hij stappen naar meer vrijheden kan zetten.
Gelet op wat hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene dient te worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.M. Pooyé, voorzitter, mr. M.M. Veldhuizen en
mr. R.J.H. van der Linden, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. van Krevel en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 april 2024.
Mr. Pooyé is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.