ECLI:NL:RBZWB:2024:2679

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
02/800019-07
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar voor betrokkene met complexe zorgbehoeften

Op 23 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1971. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar beoordeeld, maar uiteindelijk besloten om de tbs met één jaar te verlengen. De rechtbank constateert dat betrokkene lijdt aan een ernstige geestelijke stoornis, waaronder schizofrenie, en dat er een hoog recidiverisico bestaat. De tbs-maatregel is in 2008 opgelegd en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank heeft in haar overwegingen de bijzondere omstandigheden van betrokkene in acht genomen, waaronder zijn prelinguale doofheid en de recente verslechtering van zijn somatische en cognitieve toestand. De tbs-instelling heeft geadviseerd om de tbs te verlengen, maar de rechtbank heeft geconstateerd dat er onvoldoende duidelijkheid is over de vervolgstappen en de mogelijkheden voor betrokkene na de verlenging. De rechtbank heeft benadrukt dat de tbs-instelling en de reclassering meer inspanningen moeten leveren om de situatie van betrokkene te verbeteren en dat er volgend jaar meer duidelijkheid moet zijn over de vervolgstappen. De beslissing om de tbs met één jaar te verlengen is genomen om de veiligheid van anderen te waarborgen en om de mogelijkheden voor betrokkene te blijven onderzoeken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800019-07
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 23 april 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats]
verblijvende bij [tbs-instelling] (FPK [locatie] ) te [plaats]
[betrokkene] wordt hierna aangeduid als betrokkene.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie ingekomen op 14 maart 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene van week 46 van 2023 tot en met week 10 van 2024;
- het verlengingsadvies van [tbs-instelling] , FPK [locatie] (hierna: de tbs-instelling) van
6 maart 2024.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 10 april 2008 is betrokkene wegens
overtreding van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht veroordeeld tot de maatregel tbs
met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste
lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met verpleging van overheidswege is op 25 april 2008 aangevangen en laatstelijk verlengd bij beslissing van 3 mei 2023 met één jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 9 april 2024 is de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld, advocaat te Breda. Betrokkene is ook bijgestaan door een tolk gebarentaal, mevrouw [naam 1] ( [tolknummer] ).
Voorts is de deskundige [naam 2] , psychiater bij de tbs-instelling, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar en heeft daartoe aangevoerd dat betrokkene een prelinguaal dove man van Antilliaanse afkomst is. Er is sprake van schizofrenie van het gedesorganiseerde type. Daarnaast heeft betrokkene chaotische, bizarre en hypochondrische waandenkbeelden en hallucinaties. Er is sprake van ernstige affectieve, pedagogische, communicatieve, cognitieve en schoolse tekorten. Er is ook sprake van parafilie in de zin van frotteurisme. Betrokkene functioneert sociaal emotioneel op een zeer laag niveau en cognitief op een matig verstandelijk beperkt niveau.
De leercurve van betrokkene is gering. De behandeling richt zich op het inslijten van vaardigheden en afspraken. Betrokkene heeft een hoge mate van toezicht, signalering, nabijheid, structuur, begrenzing en risico-gestuurd handelen nodig binnen een gedwongen kader.
Zonder dit kader is het risico op recidive direct hoog. Wanneer de tbs met dwangverpleging wegvalt zal betrokkene niet langer het externe toezicht, structuur, controle en begeleiding accepteren, niet langer zijn medicatie innemen, wat al op korte termijn zal leiden tot een hoog risico op ontremd gedrag en vervolgens seksueel of agressief grensoverschrijdend gedrag.
In de onbegeleide momenten buiten de instelling is de kwetsbaarheid van betrokkene gezien. Ook op de afdeling is te zien hoe weinig betrokkene van de wereld om hem heen begrijpt. Betrokkene heeft de nabijheid van begeleiding nodig om zich veilig te voelen, zich niet te laten beïnvloeden tot delict gerelateerd gedrag en agressie van anderen richting hem te voorkomen. Ook binnen de huidige gestructureerde setting binnen een gesloten kliniek heeft betrokkene continu hand in hand begeleiding nodig om delictgedrag te voorkomen. Hij is hierin totaal afhankelijk van de hem geboden context.
Betrokkene is gezien zijn recidiverisico en specifieke risicomanagementplan, voorlopig aangewezen op de dovenzorg van [tbs-instelling] . Er is buiten [tbs-instelling] geen woonvoorziening voor dove tbs-gestelden of voor dove cliënten die een hoge mate van toezicht, signalering, nabijheid, structuur, begrenzing en risicogestuurd handelen nodig hebben.
In de loop van 2023 is in toenemende mate sprake van een verslechtering van de somatische en cognitieve toestand van betrokkene. Na veel onderzoeken wordt in december 2023 duidelijk dat betrokkene een stenose heeft. Betrokkene is hieraan geopereerd en is op dit moment nog bezig met het herstel en zijn revalidatietraject.
Een helder perspectief was daardoor in de loop van 2023 lastig te formuleren gezien de bestaande zorgen over het lichamelijke, motorische en cognitieve functioneren van betrokkene. Het betrekken van het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) werd daardoor noodgedwongen op pauze gezet. Inmiddels wordt de inzet van het CCE weer als belangrijk gezien om mee te denken in het verdere behandeltraject van betrokkene en wordt een aanmelding in gang gezet. Middels het aanvragen van een
BONO-financieringwordt getracht het perspectief voor betrokkene veilig vorm te geven binnen de huidige maatregel en kan de noodzakelijke één op één begeleiding worden bekostigd.
Hierna wordt beoogd betrokkene te laten doorstromen naar een lager beveiligingsniveau. Betrokkene zal dan eerst naar [afdeling] gaan en vervolgens naar het ABC-huis. Middels dit traject kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel en kan van daaruit een overgang gemaakt worden naar een rechterlijke machtiging waarbij het dringende advies is om
Meerzorgin te zetten (na stopzetten BONO-financiering) zodat aan betrokkene een passende begeleidingsstijl wordt geboden om veilig te kunnen functioneren en het recidiverisico ook na afloop van de tbs-maatregel zo laag mogelijk blijft.
Het voortduren van de tbs met dwangverpleging is vooralsnog noodzakelijk.
Ter zitting heeft deskundige [naam 2] daaraan nog toegevoegd dat de aanvraag voor een BONO-financiering inmiddels is verstuurd. Uit ervaring met andere personen is gebleken dat dergelijke begeleiding effect kan hebben zodat het onacceptabele gedrag wordt teruggedrongen.
Dat er weinig is gedaan met de inspanningsverplichting die de rechtbank de vorige keer had benadrukt, heeft te maken met de bijzondere lichamelijke toestand van betrokkene. Het was onduidelijk wat de eindtoestand van betrokkene zou worden, omdat hij ernstig ziek was en het lang heeft geduurd voordat de oorzaak werd gevonden.
Gelet op het onacceptabele gedrag van betrokkene is er op dit moment zonder tbs kader geen plaats voor hem bij een andere voorziening, omdat er weinig voorzieningen zijn voor dove mensen met deze zware categorie problemen. Er is gekozen om een BONO-aanvraag te doen in plaats van een aanvraag voor een rechterlijke machtiging, omdat dat volgens de nieuwe regiebehandelaar het meest passend is.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering aangepast in die zin dat de tbs slechts verlengd dient te worden met één jaar.
Aan de wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan. Zo is er nog steeds sprake van een stoornis en een hoog recidiverisico wanneer de tbs-maatregel zou worden beëindigd.
Er is sprake van een impasse, omdat het huidige gedrag van betrokkene naast zijn audiohandicap het lastig maakt om hem ergens te kunnen plaatsen. De BONO-financiering dient een kans te krijgen, maar het baart de officier van justitie zorgen dat er geen alternatief plan B is. De tbs dient daarom maar met één jaar te worden verlengd, zodat kan worden bezien of de BONO-financiering wordt goedgekeurd en of dat het gewenste effect heeft. Daarnaast dient de tbs-instelling na te denken over een alternatief plan.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat er het afgelopen jaar te weinig is gebeurd en dat het te lang duurt. Hij wil graag verhuizen naar Breda of Tilburg.
De verdediging heeft betoogd dat de tbs moet worden beëindigd. De tbs-instelling heeft zich onvoldoende ingespannen. De proportionaliteit is in het geding, omdat het delict waarvoor betrokkene is veroordeeld niet rechtvaardigt dat de tbs-maatregel zolang duurt. Betrokkene kan zich vinden in de oplegging van een rechterlijke machtiging.
Als de rechtbank de tbs-maatregel verlengt, dan dient daarbij ook een opdracht te worden gegeven aan de reclassering, zodat volgend jaar niet weer wordt geconstateerd dat er niks is gebeurd.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De vraag die vervolgens voorligt, is of de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege met één of twee jaar moet worden verlengd. Uitgangspunt is dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met één jaar, de tbs verlengd dient te worden met twee jaar, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank heeft in de vorige verlengingsbeslissing opgemerkt dat de grenzen van de proportionaliteit in zicht beginnen te komen en er daarom inzichtelijk moet worden gemaakt welke vervolgmogelijkheden er zijn voor betrokkene.
De rechtbank constateert dat het afgelopen jaar een atypisch jaar is geweest. Vrij snel na de vorige verlengingsbeslissing kampte betrokkene met ernstige somatische klachten. Die klachten verergerden en het bleek uiteindelijk te gaan om een stenose (beklemming van zenuwen in de nek) waaraan betrokkene is geopereerd. Betrokkene is daarvan nog aan het revalideren en dat heeft voor een deel gemaakt dat er weinig voortuitgang heeft kunnen plaatsvinden in het resocialisatietraject.
Anderzijds constateert de rechtbank dat de tbs-instelling zich nog onvoldoende heeft ingespannen om de in de verlengingsbeslissing van 3 mei 2023 gegeven inspanningsverplichting na te komen. Daarin was bepaald dat zij duidelijkheid moesten verschaffen over of een zorgmachtiging aan de orde kan zijn, of er een vervolgplek voor betrokkene bestaat en of er door de reclassering onderzoek moet worden verricht naar de mogelijkheden van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Daarnaast moesten zij, als deze opties niet mogelijk zouden zijn, dat gedegen onderbouwen. In het verlengingsadvies van de tbs-instelling en de op zitting gegeven toelichting zijn deze vragen onvoldoende beantwoord en is de onduidelijkheid over de mogelijkheden onvoldoende weggenomen.
De tbs-instelling heeft toegelicht dat ervoor gekozen is om een BONO-financieringsaanvraag te doen in plaats van een aanvraag voor een rechterlijke machtiging. De rechtbank ziet dat hiermee mogelijk perspectief wordt geboden aan betrokkene. Met de BONO-financiering zou betrokkene stappen kunnen zetten die uiteindelijk zouden kunnen leiden tot voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. Het is echter niet zeker dat deze BONO-financiering zal worden afgegeven. De tbs-instelling heeft hiermee bovendien de vragen die de rechtbank in de verlengingsbeslissing van 3 mei 2023 heeft verwoord nog steeds niet beantwoord. Ter zitting heeft de deskundige verklaard dat er gekeken is naar andere voorzieningen maar dat er vanwege het gedrag van betrokkene geen mogelijkheden zijn. Daarbij is niet toegelicht welke voorzieningen er concreet zijn bekeken en waarom deze voorzieningen geen mogelijkheden boden. Niet duidelijk is of er onderzoek is gedaan naar een rechterlijke machtiging. De rechtbank is van oordeel dat het noodzakelijk is dat volgend jaar veel duidelijker en concreter is wat de vervolgstappen kunnen zijn, in het bijzonder ook zonder tbs kader met bijvoorbeeld een rechterlijke machtiging. Indien deze vervolgstappen volgens de tbs-instelling niet mogelijk zijn, dan dient de tbs-instelling concreet te motiveren welke stappen er zijn onderzocht. Daarnaast dient de reclassering betrokken te worden en dienen zij – indien mogelijk – een maatregelenrapport op te stellen. Als de reclassering het niet mogelijk acht een maatregelenrapport op te stellen, dan dient dat gemotiveerd te worden beschreven.
De rechtbank begrijpt de frustratie van betrokkene over de vertraging die het traject heeft opgelopen door diverse omstandigheden. Gelet op de onzekerheid van de goedkeuring van de BONO-financiering en het effect daarvan en omdat onvoldoende duidelijk is welke mogelijkheden er daarnaast nog bestaan, is de rechtbank van oordeel dat een eerder toetsmoment door de rechtbank noodzakelijk is. Zij wijkt gelet op deze bijzondere omstandigheden af van het eerder genoemde uitgangspunt en verlengt de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene met één jaar.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.M. Veldhuizen, voorzitter, mr. R.J.H. van der Linden en mr. R.H.M. Pooyé, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. van Krevel en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 april 2024.
Mr. Pooyé is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.