ECLI:NL:RBZWB:2024:2674

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
02/245953-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor betrokkene na beoordeling van psychologische toestand en recidivegevaar

Op 11 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1985. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar. De rechtbank constateerde dat de tbs op 19 april 2022 was aangevangen na een vonnis van 4 april 2022, waarin betrokkene was ontslagen van alle rechtsvervolging voor moord en poging tot moord, maar wel werd veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege. Tijdens de zitting werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en werden deskundigen geraadpleegd over zijn geestelijke gesteldheid. De tbs-instelling adviseerde de verlenging van de tbs, gezien de aanhoudende problematiek van een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis, en het hoge recidiverisico als de tbs zou vervallen. Betrokkene gaf aan dat het goed met hem ging en dat hij positieve stappen had gezet, maar de rechtbank oordeelde dat de behandeling nog in de beginfase was en dat er nog veel stappen gezet moesten worden. De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de tbs noodzakelijk was voor de veiligheid van anderen en besloot de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02/245953-21
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 11 april 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
verblijvende te [adres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 16 februari 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene van het eerste tot en met het vierde kwartaal van 2023;
- het rapport van Fivoor FPC [tbs-instelling] van 12 februari 2024, waarin het advies van de tbs-instelling is vermeld.

2.De procesgang

Bij vonnis van deze rechtbank van 4 april 2022 is betrokkene, terzake moord en poging tot moord ontslagen van alle rechtsvervolging en veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 19 april 2022 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 11 april 2024 is de officier van justitie, mr. L.J. den Braber, gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. R.T.K. Davidse, advocaat te Middelburg.
Voorts zijn als deskundigen gehoord [psycholoog 1] en [psycholoog 2] , beiden GZ-psycholoog bij de tbs-instelling.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar. Bij betrokkene is sprake van een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis met borderline, narcistische en antisociale trekken. Deze stoornissen zijn nog altijd aanwezig en houden verband met zijn indexdelicten. Ook de kernproblematiek die ten grondslag ligt aan de indexdelicten is nog actueel. Daarbij is er sprake van een hoog recidiverisico als de tbs-maatregel nu komt te vervallen. Betrokkene verblijft sinds ongeveer een jaar in de tbs-instelling. Het traject zit nog in een startende fase, waarbij de nadruk de afgelopen periode vooral heeft gelegen op het verkrijgen van meer inzichten in de problematiek en de aanwezige risicofactoren. De delictanalyse bevindt zich momenteel in de afrondende fase. Van daaruit kan beter beslist worden hoe het traject vervolgd moet worden. De komende periode zal in het teken staan van het bewerkstelligen van gedragsverandering met behulp van behandelprogramma's om het recidivegevaar te verminderen. Afhankelijk van het verloop van de behandeling en de ontwikkeling van het gedrag van betrokkene kan worden toegewerkt naar begeleid verlof en verdere resocialisatie. Op nog langere termijn kan worden toegewerkt naar overplaatsing naar een vervolgvoorziening. Al met al zal de afwikkeling van het behandel- en resocialisatietraject nog meer dan twee jaar in beslag nemen.
Ter zitting zijn de deskundigen bij dit advies gebleven.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat, dat hij nu op zijn plek zit en hij in een korte periode positieve stappen heeft gezet. Betrokkene is akkoord met verlenging van de tbs met twee jaar.
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de vordering van de officier van justitie. Aan de vereisten voor verlenging van de tbs wordt voldaan.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg
kennis heeft genomen van de misdrijven ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één
maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De
officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en voortvloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling en de door de deskundigen ter zitting gegeven toelichting wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Betrokkene heeft de afgelopen periode positieve stappen gezet. De behandeling bevindt zich echter nog in de beginfase en duidelijk is dat er nog veel stappen gezet moeten worden in zijn traject. Dit zal nog geruime tijd in beslag zal nemen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. J. Bergen en
mr. E.A. van Beelen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Holtgrefe en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 april 2024.