ECLI:NL:RBZWB:2024:257

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 januari 2024
Publicatiedatum
19 januari 2024
Zaaknummer
10443720 CV EXPL 23-1015
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • B. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggeven van een auto na verkoop door ex-partner

In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee partijen over de eigendom van een Nissan Qashqai. De eiser, die de auto van de oom van de gedaagde had gekocht, vorderde de teruggave van de auto, die de gedaagde onder zich hield. De gedaagde betwistte de eigendom van de eiser en stelde dat de auto deel uitmaakte van de gemeenschappelijke boedel met haar ex-partner. De kantonrechter oordeelde dat de eiser aan alle vereisten voor eigendomsoverdracht had voldaan, waaronder de levering van het goed en het bestaan van een geldige koopovereenkomst. De rechter verklaarde de eiser tot eigenaar van de Nissan en veroordeelde de gedaagde om de auto binnen 24 uur na betekening van het vonnis af te geven, inclusief de bijbehorende sleutels en documenten. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De tegenvordering van de gedaagde werd afgewezen, omdat de rechter oordeelde dat de eiser de rechtmatige eigenaar was van de auto.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10443720 CV EXPL 23-1015
Vonnis van 3 januari 2024
in de zaak van
[eiser in conventie],
wonende te [plaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie] ,
gemachtigde: mr. B.P.A. van Beers,
tegen
[gedaagde in conventie],
wonende te [plaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie] ,
gemachtigde: mr. M.A. Breewel-Witteveen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 31 mei 2023 met de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- het bericht van 14 november 2023 met productie van [gedaagde in conventie] ;
- de mondelinge behandeling van 23 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie] is gehuwd geweest met de neef van [eiser in conventie] , de heer [de oom] (hierna: [de oom] ).
2.2.
Op 25 februari 2019 is de Nissan Qashqai met [kenteken] (hierna: de Nissan) op naam van [de oom] geregistreerd.
2.3.
Vanaf eind maart 2021 hebben [gedaagde in conventie] en [de oom] tijdelijk gescheiden van elkaar geleefd. [de oom] heeft hun woning toen verlaten. Daarbij heeft hij de Nissan meegenomen. Vanaf dat moment reed [gedaagde in conventie] niet meer in de auto.
2.4.
Op 30 april 2021 heeft de toenmalig gemachtigde van [gedaagde in conventie] een voorstel aan [de oom] gedaan over -onder meer- de verdeling van de auto, te weten
“auto: wordt zonder verdere verrekening aan u toebedeeld”.
2.5.
In een e-mailbericht van 1 mei 2021 aan de toenmalig gemachtigde van [gedaagde in conventie] heeft [de oom] hierop als volgt gereageerd:
“(…) Hierbij wil ik reageren op de brief van 30 april 2021 waarin staat vermeld over de echtscheiding die mijn vrouw [gedaagde in conventie] heeft aangevraagd. Heb die brief goed doorgelezen en ben het eens met de verdelingen onder andere alimentatie (…).”.
2.6.
Op 28 mei 2021 is de Nissan bij de RDW op naam van [eiser in conventie] geregistreerd. Op diezelfde datum heeft [eiser in conventie] de Nissan verzekerd bij zijn verzekeraar.
2.7.
In juni 2021 zijn [gedaagde in conventie] en [de oom] weer bij elkaar gekomen en is [de oom] – met de Nissan – teruggekeerd naar hun woning. Vanaf dat moment reed ook [gedaagde in conventie] weer in de Nissan.
2.8.
In oktober 2021 zijn [gedaagde in conventie] en [de oom] definitief uit elkaar gegaan. De Nissan bleef toen achter bij [gedaagde in conventie] . De echtscheiding tussen [gedaagde in conventie] en [de oom] is op [datum] 2023 uitgesproken, maar hun gemeenschappelijke goederen zijn nog niet verdeeld.
2.9.
Op 2 juli 2022 heeft [eiser in conventie] aangifte gedaan tegen [gedaagde in conventie] van verduistering van de Nissan, omdat [gedaagde in conventie] weigerde de Nissan aan hem terug te geven. Na de aangifte is de Nissan geschorst bij het RDW. Sindsdien wordt daar niet meer in gereden. Er wordt ook geen verzekeringspremie en motorrijtuigenbelasting meer betaald.
2.10.
[de oom] heeft op 21 maart 2023 de volgende verklaring afgelegd:
“Hierbij verklaar ik, [de oom] , geboren op [geboortedag 1] 1982 te [geboorteplaats 1] ( [land ] ) en wonende te [plaats 1] , dat ik op 28 mei 2021 de Nissan Qashqai met [kenteken] heb verkocht aan mijn oom, [eiser in conventie] , geboren op [geboortedag 2] 1963 te [geboorteplaats 2] ( [land ] ), voor een bedrag van € 10.500,-. Dit bedrag heeft mijn oom contant aan mij betaald. Bij de verkoop van de auto heb ik de autosleutels en de autopapieren aan mijn oom overhandigd. Na de verkoop van de auto is mijn oom met de auto weggereden.”

3.Het geschil

De vordering van [eiser in conventie]
3.1.
[eiser in conventie] vordert – samengevat – het volgende:
I. dat de kantonrechter voor recht verklaart dat [eiser in conventie] eigenaar is van de Nissan;
II. dat [gedaagde in conventie] de Nissan inclusief toebehoren binnen 24 uur na betekening van dit vonnis afgeeft aan [eiser in conventie] ;
III. dat [gedaagde in conventie] een dwangsom van € 500,00 betaalt voor iedere dag of ieder gedeelte van een dag dat [gedaagde in conventie] niet voldoet aan de vordering onder II, met een maximum van € 15.000,00;
IV. dat [gedaagde in conventie] de proceskosten betaalt binnen veertien dagen na dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente als zij te laat is met haar betaling;
V. dat [gedaagde in conventie] de kosten betaalt die ontstaan na deze procedure.
3.2.
[eiser in conventie] verklaart dat hij de Nissan voor een bedrag van € 10.500,00 van [de oom] heeft gekocht. [eiser in conventie] heeft dat geld contant aan [de oom] betaald. [de oom] heeft hem de sleutel van de Nissan gegeven en deze is op zijn naam geregistreerd. Sindsdien betaalt [eiser in conventie] ook de verzekeringspremie en de motorrijtuigenbelasting. [eiser in conventie] heeft zelf een paar dagen in de Nissan gereden. Daarna heeft hij deze uitgeleend aan [de oom] . [de oom] heeft schriftelijk bevestigd dat het op deze manier is gegaan. [eiser in conventie] is hiermee eigenaar geworden van de Nissan. [gedaagde in conventie] moet deze aan hem teruggeven.
3.3.
[gedaagde in conventie] is het niet eens met de vordering van [eiser in conventie] . [eiser in conventie] is geen eigenaar geworden van de Nissan, omdat hij niet aan de daarvoor geldende vereisten voldoet. Zo kan [eiser in conventie] om te beginnen niet bewijzen dat hij een koopovereenkomst heeft gesloten met [de oom] . [de oom] verklaart dat wel, maar die verklaring is ongeloofwaardig. [de oom] heeft namelijk een discussie met [gedaagde in conventie] over het verdelen van hun gemeenschappelijke goederen. [eiser in conventie] heeft de Nissan ook nooit in zijn bezit gekregen. Nadat de Nissan op naam van [eiser in conventie] is geregistreerd, is [de oom] daarin blijven rijden. [gedaagde in conventie] mag er daarom van uitgaan dat zij, al dan niet samen met [de oom] , de eigenaar is van de Nissan. De Nissan behoort tot hun gemeenschappelijke goederen. Deze zijn nog niet verdeeld. [eiser in conventie] kan de Nissan daarom niet opeisen.
De tegenvordering van [eiser in reconventie]
3.4.
[eiser in reconventie] heeft in deze zaak een tegenvordering ingediend. Zij vordert
– samengevat – het volgende:
I. dat de kantonrechter voor recht verklaart dat [eiser in reconventie] , al dan niet samen met [de oom] , eigenaar is van de Nissan vanwege hun nog bestaande huwelijksgemeenschap;
II. dat de kantonrechter haar toestaat de Nissan in gebruik te hebben en daarmee te rijden als zijnde de eigenaar daarvan;
III. dat [verweerder in reconventie] de proceskosten betaalt binnen veertien dagen na dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente als hij te laat is met zijn betaling.
3.5.
De onderbouwing van deze tegenvordering komt overeen met het verweer tegen de vordering van [verweerder in reconventie] . In het kort komt de onderbouwing er dus op neer dat niet [verweerder in reconventie] de eigenaar is van de Nissan, maar [eiser in reconventie] (al dan niet samen met [de oom] ).
3.6.
Het standpunt van [verweerder in reconventie] is niet veranderd naar aanleiding van de tegenvordering. [verweerder in reconventie] vindt nog steeds dat hij de eigenaar is van de Nissan, omdat hij deze van [de oom] heeft gekocht. Ook heeft hij daarvan het bezit verkregen.

4.De beoordeling

De vordering van [eiser in conventie]
de vereisten voor eigendomsoverdracht
4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [eiser in conventie] eigenaar is geworden van de Nissan. [eiser in conventie] kan de Nissan namelijk alleen opeisen als dat het geval is. Om eigenaar te worden van een goed zoals een auto, gelden volgens artikel 3:84 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) drie vereisten. Het eerste vereiste is dat er een levering van het goed plaatsvindt. Het tweede vereiste is dat die levering gebaseerd is op een geldige titel, bijvoorbeeld een koopovereenkomst. Tot slot moet de levering van het goed uitgevoerd worden door iemand die bevoegd was om over dat goed te beschikken. De kantonrechter oordeelt dat in dit geval aan deze vereisten is voldaan, zodat [eiser in conventie] de eigenaar is geworden van de Nissan. Hieronder zal worden uitgelegd hoe de kantonrechter tot dit oordeel komt.
het eerste vereiste: de Nissan is geleverd aan [eiser in conventie]
4.2.
De levering van een goed zoals een auto vindt plaats door aan de verkrijger, in dit geval [eiser in conventie] , het bezit van het goed te verschaffen (artikel 3:90 lid 1 BW). Daarvan is volgens artikel 3:114 BW sprake als de verkrijger, in dit geval [eiser in conventie] , in staat wordt gesteld om die macht uit te oefenen die de bezitter, in dit geval [de oom] , zelf over het goed kon uitoefenen.
4.3.
Voor zover [eiser in conventie] de verzekeringspremie en de motorrijtuigenbelasting betaalt, wil dat nog niet zeggen dat hij ook feitelijke macht kan uitoefenen over de Nissan. Daarvoor moet [eiser in conventie] daar namelijk in kunnen rijden. [eiser in conventie] heeft echter ook verklaard dat [de oom] hem de sleutel en de autopapieren van de Nissan heeft gegeven. Dit wordt bevestigd door [de oom] . Dit zou betekenen dat [eiser in conventie] door [de oom] in staat werd gesteld om met de Nissan te rijden en daar dus macht over uit te oefenen. [gedaagde in conventie] betwist echter dat [eiser in conventie] feitelijke macht kon uitoefenen over de Nissan. [de oom] bleef namelijk in de Nissan rijden nadat deze op naam van [eiser in conventie] was geregistreerd. In de periode dat zij gescheiden leefden, kwam hij zijn kinderen altijd bezoeken met de Nissan. En toen zij weer bij elkaar kwamen, heeft [de oom] de Nissan mee teruggenomen naar hun woning. [eiser in conventie] verklaart daarover dat [de oom] na 28 mei 2021 inderdaad in de Nissan heeft gereden. Hij heeft de Nissan na de registratie zelf een paar dagen gebruikt en daarna heeft hij deze uitgeleend aan [de oom] . [de oom] had de Nissan namelijk nodig in verband met zijn kinderen. [gedaagde in conventie] weerspreekt deze verklaring van [eiser in conventie] niet. De kantonrechter stelt daarom vast dat het een en ander is verlopen zoals [eiser in conventie] heeft verklaard. Dit betekent dat de Nissan rechtsgeldig aan [eiser in conventie] is geleverd, doordat [de oom] hem daarover feitelijk het bezit heeft verschaft.
het tweede vereiste: er is een koopovereenkomst en daarmee een geldige titel
4.4.
De levering van de Nissan moet plaatsvinden op grond van een geldige titel. Een koopovereenkomst levert een geldige titel op, omdat de verkoper dan verplicht wordt om het goed aan de koper te leveren.
4.5.
[eiser in conventie] is van mening dat hij een koopovereenkomst heeft gesloten met [de oom] . [de oom] heeft dit standpunt bevestigd in zijn verklaring van 21 maart 2023. Daarmee is volgens [eiser in conventie] sprake van een geldige titel voor eigendomsoverdracht van de Nissan. [gedaagde in conventie] betwist het bestaan van een dergelijke koopovereenkomst. Zij voert aan dat [eiser in conventie] moet bewijzen dat [de oom] de Nissan aan hem heeft verkocht. Dat bewijs is er volgens [gedaagde in conventie] niet. De verklaring van [de oom] is in haar optiek niet geloofwaardig vanwege de discussie zij met hem heeft over de verdeling van de gemeenschappelijke goederen, waaronder de Nissan. Daarnaast wijst zij erop dat er geen schriftelijke koopovereenkomst is opgemaakt en de betaling van € 10.500,00 evenmin kan worden aangetoond, omdat deze contant zou hebben plaatsgevonden.
4.6.
De kantonrechter oordeelt dat voldoende vast is komen te staan dat er sprake is van een koopovereenkomst tussen [de oom] en [eiser in conventie] . Een koopovereenkomst voor een auto is, anders dan voor bijvoorbeeld een woning, vormvrij. Dit betekent dat partijen niet verplicht zijn om een schriftelijke koopovereenkomst op te maken. [eiser in conventie] heeft zijn stelling dat sprake is van een koopovereenkomst onderbouwd door middel van de verklaring van [de oom] . De kantonrechter heeft geen reden om aan die verklaring te twijfelen, nu deze wordt ondersteund door de feiten/gedragingen van partijen. Zo is onweersproken dat de Nissan met medewerking van [de oom] op naam van [eiser in conventie] is geregistreerd bij de RDW, dat [eiser in conventie] de autoverzekering en de wegenbelasting betaalt en dat [eiser in conventie] de Nissan heeft gebruikt. Bovendien speelde de discussie tussen [gedaagde in conventie] en [de oom] over de verdeling van de auto in deze periode niet, gelet op het voorstel over de verdeling dat op 1 mei 2021 door [de oom] is aanvaard.
4.7.
De kantonrechter ziet in de standpunten van partijen verder geen aanleiding om te oordelen dat de koopovereenkomst op het moment van levering niet geldig was.
4.8.
Lid 2 van artikel 3:84 BW bepaalt verder nog dat het goed in de titel, in dit geval dus de koopovereenkomst, met voldoende bepaaldheid omschreven moet zijn. ‘Omschreven’ houdt in deze zin niet in dat de koopovereenkomst op papier moet staan, maar dat voor de betrokken partijen duidelijk moet zijn welk goed (merk, kleur en dergelijke) zij (ver)kopen. [de oom] en [eiser in conventie] zijn overeengekomen dat [eiser in conventie] van [de oom] zou kopen de Nissan Qashqai met [kenteken] , zoals ook blijkt uit de verklaring van [de oom] . Een kenteken is uniek, zodat het goed in de koopovereenkomst voldoende omschreven is.
het derde vereiste: [de oom] was beschikkingsbevoegd
4.9.
De eigenaar van een goed is bevoegd om daarover te beschikken en deze bijvoorbeeld te verkopen. [gedaagde in conventie] voert aan dat [de oom] door de verkoop van de Nissan een goed heeft ontvreemdt uit hun gemeenschappelijke boedel. Voor zover [gedaagde in conventie] daarmee bedoelt te zeggen dat [de oom] niet bevoegd was om de Nissan zonder haar toestemming te verkopen, klopt dit standpunt niet. Uit artikel 1:88 BW volgt dat een echtgenoot slechts in beperkte gevallen de toestemming van de andere echtgenoot nodig heeft om een overeenkomst te sluiten. Het verkopen van een auto valt daar niet onder. [gedaagde in conventie] betwist verder niet dat [de oom] op het moment van de levering de eigenaar was van de Nissan, zodat vaststaat dat hij bevoegd was om de Nissan aan [eiser in conventie] te leveren.
bezit door [gedaagde in conventie]
4.10.
De kantonrechter hoeft niet te beoordelen of [gedaagde in conventie] de Nissan sinds de terugkeer van [de oom] in hun woning in haar bezit heeft gehad. Zij heeft aan dit standpunt namelijk geen rechtsgevolgen verbonden.
conclusie: verklaring voor recht toewijzen
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat de door [eiser in conventie] gevorderde verklaring voor recht kan worden afgegeven. Hij is namelijk de eigenaar geworden van de Nissan. De eigenaar van een goed is op grond van artikel 5:2 BW bevoegd om dat goed, in dit geval de Nissan, van een ieder die haar zonder recht houdt, op te eisen. [eiser in conventie] heeft onweersproken gesteld dat hij de Nissan heeft uitgeleend aan [de oom] en niet aan [gedaagde in conventie] . [gedaagde in conventie] houdt de Nissan dus zonder recht of titel onder zich. [eiser in conventie] kan de Nissan dus opeisen.
afgifte: toewijzen
4.12.
[eiser in conventie] vordert dat de Nissan binnen 24 uur na betekening van het vonnis in goede staat aan hem wordt afgegeven, alsmede de daarbij horende sleutels, kentekenbewijzen en inventarisgoederen. Op de mondelinge behandeling is ter sprake gekomen dat [eiser in conventie] de autopapieren van [de oom] heeft ontvangen. [gedaagde in conventie] heeft ter zitting verklaard dat zij een sleutel en alle papieren heeft. De kantonrechter kan aan de hand van het dossier en hetgeen partijen hebben verklaard niet vaststellen over welke documenten [gedaagde in conventie] nog beschikt. Nu [gedaagde in conventie] tegen de gevorderde afgifte binnen 24 uur na betekening geen afzonderlijk verweer heeft gevoerd, zal ook deze vordering worden toegewezen.
dwangsom: afwijzen
4.13.
De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen. [gedaagde in conventie] heeft namelijk aangevoerd en [eiser in conventie] heeft niet weersproken dat er geen reden is om aan te nemen dat [gedaagde in conventie] de Nissan niet zal afstaan.
proceskosten
4.14.
[gedaagde in conventie] is de partij die in het ongelijk wordt gesteld. Zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. [eiser in conventie] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging. Eisende partijen met een toevoeging betalen een lager griffierecht. Verder worden in dat geval de kosten van de deurwaarder voor het uitbrengen van het exploot en/of advertentiekosten van rijkswege vergoed. Die kosten zijn dus niet voor rekening van [eiser in conventie] . [eiser in conventie] heeft aan de deurwaarder slechts de in het exploot opgenomen kosten voor verschotten hoeven voldoen (artikel 40 lid 1 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000). Gelet op het voorgaande wordt [gedaagde in conventie] veroordeeld tot betaling aan [eiser in conventie] van het lagere griffierecht, de verschotten en ten slotte tot vergoeding van het hierna vast te stellen salaris van de gemachtigde. Deze vergoeding voor het salaris moet door de gemachtigde worden verrekend met de op grond van de Wet op de rechtsbijstand aan de gemachtigde toegekende vergoeding.
4.15.
Het salaris gemachtigde dat [gedaagde in conventie] moet betalen, wordt vastgesteld aan de hand van het liquidatietarief voor kantonzaken. De vordering van [eiser in conventie] is een vordering van onbepaalde waarde, zodat de kantonrechter het salaris gemachtigde zelf moet bepalen. Nu [gedaagde in conventie] zelf ook op basis van een toevoeging procedeert, bepaalt de kantonrechter het salaris gemachtigde op het laagst mogelijke tarief voor vorderingen van onbepaalde waarde, te weten € 80,00 per procespunt.
4.16.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser in conventie] als volgt vastgesteld:
- verschotten
0,59
- griffierecht
86,00
- salaris gemachtigde
160,00
(2,00 punten × € 80,00)
- nakosten
40,00
(0,50 punten × € 80,00)
Totaal
286,59
De tegenvordering van [eiser in reconventie]
alle vorderingen: afwijzen
4.17.
Hiervoor is geoordeeld dat [verweerder in reconventie] de eigenaar is van de Nissan. De door [eiser in reconventie] gevorderde verklaring voor recht dat zij de eigenaar is, kan dus niet worden afgegeven. Verder is niet gebleken dat [eiser in reconventie] het recht heeft om de Nissan te blijven gebruiken. De kantonrechter kan haar dit gebruik daarom niet toestaan.
proceskosten
4.18.
[eiser in reconventie] is de partij die in het ongelijk wordt gesteld. Zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De tegenvordering van [eiser in reconventie] is van onbepaalde waarde, net zoals de vordering van [verweerder in reconventie] . Ook nu bepaalt de kantonrechter het salaris gemachtigde op € 80,00 per procespunt. Iedere proceshandeling telt voor de helft mee, omdat de tegenvordering voortvloeit uit het verweer op de vordering. [eiser in reconventie] hoeft verder maar één keer de nakosten te betalen.
4.19.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [verweerder in reconventie] vastgesteld op € 80,00 aan salaris gemachtigde (2,00 punten × factor 0,50 × € 80,00).

5.De beslissing

De kantonrechter:
De vordering van [eiser in conventie]
5.1.
verklaart voor recht dat [eiser in conventie] eigenaar is van de Nissan Qashqai met [kenteken] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie] om de Nissan Qashqai met [kenteken] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in goede staat af te geven inclusief de bij deze auto behorende sleutels, kentekenbewijzen en inventarisgoederen (waaronder een gevarendriehoek, reserveset lampen etc.);
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie] in de proceskosten van € 286,59, te betalen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis. Als [gedaagde in conventie] niet op tijd aan deze veroordeling voldoet, dan wordt dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
5.4.
verklaart de hiervoor onder 5.2 en 5.3 uitgesproken veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
De tegeneis van [eiser in reconventie]
5.6.
wijst de vorderingen van [eiser in reconventie] af;
5.7.
veroordeelt [eiser in reconventie] in de proceskosten van € 80,00, te betalen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis. Als [eiser in reconventie] niet op tijd aan deze veroordeling voldoet, dan wordt dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
5.8.
verklaart de onder 5.7 uitgesproken proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Borm en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2024.