ECLI:NL:RBZWB:2024:2568
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Hamburger
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een pleegzorgvoorziening
Op 5 april 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De zaak betreft de minderjarige die onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling (GI) en momenteel bij een pleegvader verblijft. De moeder van de minderjarige heeft zorgen geuit over de huidige situatie en pleit voor een plaatsing in een behandelgroep, terwijl de GI en de minderjarige zelf aangeven dat de huidige plaatsing bij de pleegvader de beste optie is. De kinderrechter heeft de zorgen van de moeder gehoord, maar deze niet onderbouwd geacht. De kinderrechter oordeelt dat de continuering van de plaatsing bij de pleegvader noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige, die momenteel rust ervaart in deze situatie. De kinderrechter verleent daarom een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een voorziening voor pleegzorg, met ingang van 19 april 2024 tot 19 december 2024, en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2024 door mr. Hamburger, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Vos als griffier.