ECLI:NL:RBZWB:2024:2554

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 april 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
02-314438-22 ontneming
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • NCCA
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na diefstal met geweld in vereniging

Op 18 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een betrokkene, geboren in 2002, die eerder was veroordeeld voor diefstal met geweld. De officier van justitie had gevorderd om het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene te ontnemen, dat voortkwam uit de diefstal van vapes en jassen. Tijdens de zitting op 4 april 2024 heeft de officier van justitie zijn vordering gewijzigd en de waarde van de gestolen goederen vastgesteld op € 1.070,00, gebaseerd op de aangifte van de aangever.

De verdediging betwistte de waarde van de vapes en jassen, omdat deze niet onderbouwd was met bewijsstukken. De rechtbank heeft de waarde van de gestolen goederen geschat op basis van de aangifte en de bewijsmiddelen in het dossier. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel had genoten en schatte dit voordeel op € 800,00, bestaande uit € 550,00 voor de vapes en € 250,00 voor de jassen. De rechtbank legde de betrokkene de verplichting op om dit bedrag aan de staat te betalen en wees de vordering van de officier van justitie voor het overige af.

De beslissing is gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier. De oudste rechter was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-314438-22
vonnis van de meervoudige kamer van 18 april 2024
in de ontnemingszaak tegen
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in FPK Transfore, [adres] ,
raadsvrouw mr. S. van Steenberge, advocaat te Terneuzen.

1.De procedure

Betrokkene is op 18 april 2024 door de rechtbank veroordeeld voor diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, tot de in die uitspraak vermelde straf.
De officier van justitie heeft ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevorderd.
De vordering is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 april 2024, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
De officier van justitie heeft daarbij de vordering gewijzigd.

2.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat betrokkene vapes en twee jassen met geweld van [aangever] heeft weggenomen en daarmee een voordeel heeft behaald ter hoogte van € 1.070,=. Dit bedrag is gebaseerd op de aangifte van [aangever] , waaruit volgt dat de weggenomen vapes een waarde vertegenwoordigden van € 550,= en de weggenomen jassen een waarde van € 480,= en € 40,=.

3.Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de waarde van de vapes en de jassen niet controleerbaar is en niet is onderbouwd door middel van stukken. Uit het dossier kan daarom niet worden afgeleid dat betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten. Verzocht wordt de vordering af te wijzen.

4.Het oordeel van de rechtbank

4.1
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Het vonnis van deze rechtbank van 18 april 2024 onder hetzelfde parketnummer, de daarin genoemde bewijsmiddelen en de verklaring van [aangever] over de waarde van de gestolen spullen vormen de basis voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank ontleent aan de inhoud van die bewijsmiddelen het oordeel dat betrokkene door middel van het begaan van voormelde feiten een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad.
Uit de aangifte van [aangever] volgt dat de weggenomen vapes van het merk Dodo een waarde van € 550,00 vertegenwoordigden en dat de weggenomen jassen een nieuwprijs hadden van € 40,00 (de jas van het merk Fila) en € 480,00 (de jas van het merk Stone Island). Hoewel het dossier geen stukken bevat die de waarde van de vapes en de jassen bevestigen, acht de rechtbank de genoemde (nieuw)waardes van de voorwerpen aannemelijk nu deze bedragen passen bij de voorwerpen van de betreffende merken.
De rechtbank is van oordeel dat voor het vaststellen van wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van de jassen echter niet kan worden uitgegaan van de nieuwprijs, omdat het gebruikte jassen betreft die een lagere waarde vertegenwoordigen.
De rechtbank zal daarom het genoten wederrechtelijk verkregen voordeel schatten op € 800,00, bestaande uit € 550,00 voor de vapes en € 250,00 voor beide jassen tezamen.
4.2
Vaststelling ontnemingsbedrag
De rechtbank zal het terug te betalen bedrag vaststellen op € 800,00 en de vordering van de officier van justitie voor het overige afwijzen.

5.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

6.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 800,00;
- legt betrokkene de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter grootte van
€ 800,00, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- bepaalt de duur van de gijzeling, die bij niet betaling van het ontnemingsbedrag kan worden gevorderd, op
16 dagen;
- wijst de vordering van de officier van justitie voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Bergen, voorzitter, mr. L.W. Louwerse en mr. A.B. Scheltema Beduin, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.J. van der Welle en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 april 2024.
De oudste rechter is niet in staat
dit vonnis mede te ondertekenen