ECLI:NL:RBZWB:2024:2451
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van sluiting van woning op basis van Opiumwet
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen het besluit van de burgemeester van Halderberge. Dit besluit, genomen op 15 maart 2024, behelst de sluiting van een woning en een loods op basis van artikel 13b van de Opiumwet. Verzoekster, die samen met haar gezin in de woning verblijft, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 8 april 2024 behandeld, waarbij zowel verzoekster als de burgemeester en een derde partij aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester de sluiting van de woning niet kan handhaven, omdat er onvoldoende functioneel en organisatorisch verband is tussen de woning en de loods. De voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit voor de sluiting van de woning tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens wordt de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten aan verzoekster, die in totaal € 1.771,56 bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 april 2024 door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier.