ECLI:NL:RBZWB:2024:2381
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van 't Nedereind
- Rechtspraak.nl
Ontbinding en ontruiming van de woning wegens huurachterstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 april 2024 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen de stichting WonenBreburg en een gedaagde die in persoon procedeerde. De zaak betreft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning van de gedaagde vanwege een huurachterstand van € 5.784,66. De gedaagde erkende de huurachterstand en schetste de omstandigheden waaronder deze was ontstaan, waaronder een periode zonder inkomen. WonenBreburg vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van de huurachterstand en proceskosten. De kantonrechter oordeelde dat, ondanks de goede wil van de gedaagde, de huurachterstand van acht maanden voldoende reden was om de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning toe te wijzen. De kantonrechter heeft ook de voorwaarden voor uitstel van ontruiming door WonenBreburg in overweging genomen, mits de gedaagde zich houdt aan een gebruiksovereenkomst. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, toekomstige huurtermijnen en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat WonenBreburg de uitspraak direct kan uitvoeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.