Uitspraak
1.Het verdere procesverloop
2.De feiten
3.De verzoeken
4.Het standpunt van de GI
5.Het standpunt van de ouders
6.De beoordeling
7.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter op 2 april 2024 een nadere beschikking gegeven over de (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die geboren is op [geboortedag] 2015. De minderjarige is onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling (GI) op 25 oktober 2023, en er zijn zorgen over zijn veiligheid in de thuissituatie. De ouders van [minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de relatie tussen hen is gespannen en zij wonen niet meer samen. De moeder verblijft bij haar eigen moeder, terwijl de vader het moeilijk heeft met de zorg voor [minderjarige] vanwege zijn werk en de medische problematiek van het kind. De kinderrechter heeft eerder op 20 maart 2024 een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing verleend, die gold tot 3 april 2024. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] ernstige gezondheidsproblemen heeft, waaronder epilepsie en een centraal slaapapneu syndroom, en dat hij afhankelijk is van intensieve zorg. De thuissituatie is niet veilig genoeg voor [minderjarige], en de opvoedingssituatie wordt als onvoldoende beoordeeld. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, zodat [minderjarige] kan blijven in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, waar hij de nodige zorg en structuur ontvangt. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om openheid van zaken te geven over hun relatie, wat belangrijk is voor de hulpverlening en de toekomst van [minderjarige]. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2024.