ECLI:NL:RBZWB:2024:2325
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een BIZ-aanslag door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 april 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de BIZ-aanslag voor het jaar 2022 beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk had een aanslag opgelegd op basis van de Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrumgebied. De belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de heffingsambtenaar heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 4 maart 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel de belanghebbende als de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank onderzoekt of de aanslag terecht is opgelegd en of er sprake is van schending van de hoorplicht. De belanghebbende stelt dat hij ten onrechte niet is gehoord, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet expliciet om een hoorzitting heeft gevraagd en dat de heffingsambtenaar niet verplicht was om hem te horen. Daarnaast wordt de vraag behandeld of een tweede stemronde noodzakelijk was. De rechtbank concludeert dat de tweede stemronde correct is verlopen en dat er geen onregelmatigheden zijn geconstateerd.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat het beroep van de belanghebbende ongegrond is en dat de aanslag BIZ-bijdrage gehandhaafd blijft. De belanghebbende krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.