Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- een toereikende behuizing hadden onder voldoende hygiënische omstandigheden en
- voldoende ruimte werd gelaten voor hun fysiologische en ethologische behoeften en
- die permanent of geregeld worden aangebonden en vastgeketend en geïmmobiliseerd, voldoende ruimte werd gelaten voor hun fysiologische en ethologische behoeften, Immers:
a. In stal a
- beschikten meerdere runderen niet over een droge en hygiënische ligplaats en
b. In stal b
- beschikten meerdere runderen niet over een droge en hygiënische ligplaats en
- werden meerdere runderen in hok 6 onvoldoende ruimte gelaten voor hun fysiologische en ethologische behoeften, immers waren zij, vanwege vervuilde drinkbakken genoodzaakt om te drinken uit varkensdrinknippels, terwijl het drinken uit varkensdrinknippels fysiologisch niet passend is voor runderen en
c. In stal c
- beschikten meerdere kalveren en jongvee in hok 14 en 15 en 18 niet over een droge en hygiënische ligplaats en
- werden meerdere permanent of geregeld aangebonden en vastgeketende en geïmmobiliseerde runderen in hok 20, onvoldoende ruimte gelaten voor hun fysiologische en ethologische behoeften,
welke misdrijven of welk misdrijf verdachte heeft gepleegd in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een taakstraf van 40 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
20 dagen;
Bijkomende straffen
de gehele stillegging van de onderneming van verdachte voor de duur van zes maanden voorwaardelijk;
deze bijkomende straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich voor het einde van een proeftijd die hierbij wordt bepaald op twee jaar, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.