Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats];
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 7 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene, geboren in 1972. Het verzoekschrift is op 29 januari 2024 ingediend, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel, zoals lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang.
De rechtbank heeft de referteverklaring van de betrokkene in overweging genomen, waarin zij aangeeft akkoord te gaan met de meeste vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met uitzondering van de zorg voor het toedienen van vocht en voeding, dat is afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter Meyboom in aanwezigheid van griffier Baremans op 19 februari 2024.