Op 5 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een betrokkene die ter beschikking was gesteld na veroordeling voor verkrachting en aanrandingen van twee minderjarige meisjes. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met twee jaar toegewezen. De tbs-maatregel was eerder al verlengd en is op 26 maart 2020 ingegaan. Tijdens de zitting op 22 maart 2024 zijn zowel de officier van justitie als de betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman en deskundigen. De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen, gezien het hoge recidiverisico en de complexe problematiek van de betrokkene, waaronder een neurocognitieve stoornis en antisociale persoonlijkheidsstoornis. De deskundigen hebben bevestigd dat de betrokkene niet leerbaar of behandelbaar is en dat er een hoog risico op herhaling van seksueel gewelddadig gedrag bestaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist, en dat de prognose voor de betrokkene somber is. De rechtbank heeft daarom besloten de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen.