ECLI:NL:RBZWB:2024:2233

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
5 april 2024
Zaaknummer
10589560 _ MB VERZ 23-233
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet voeren van dim of groot licht bij nacht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het niet voeren van dim of groot licht bij nacht binnen de bebouwde kom, gepleegd op 1 januari 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard omdat het te laat was ingediend. Tijdens de zitting op 12 maart 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, was wel aanwezig.

De kantonrechter heeft overwogen dat de betrokkene de zekerheidstelling van € 109,- niet had betaald, maar heeft hem op dit punt het voordeel van de twijfel gegeven en de zekerheid op nihil gesteld. Vervolgens is gekeken naar de termijnoverschrijding bij de officier van justitie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend, aangezien de termijn van zes weken op 22 februari 2022 eindigde en het beroepschrift pas op 24 februari 2022 was ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen.

Daarom heeft de kantonrechter geoordeeld dat de officier van justitie het beroep terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzending van de beslissing hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 10589560 \ MB VERZ 23-233
CJIB-nummer : 2062 5422 4668 7468
uitspraakdatum : 12 maart 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 maart 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: geen dim of groot licht voeren bij nacht binnen de bebouwde kom (motorvtg) (+ahw) bromfiets, snorfiets of gehandic. Vtg) op 1 januari 2022 om 23:29 op de Ven Beethovenlaan in Roosendaal.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt dat er niet genoeg wordt gekeken naar de omstandigheden van geval.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft de zekerheidstelling niet betaald en heeft hiervoor geen onderbouwing gegeven. Daarnaast is het beroep bij de officier van justitie te laat ingediend. De zittingsvertegenwoordiger verzoekt de zekerheid op nihil te stellen en het beroep ongegrond te verklaren, omdat het beroep bij de officier van justitie niet tijdig is ingesteld en die termijnoverschrijding ook niet verschoonbaar is.

Overwegingen

Zekerheidstelling
Op grond van artikel 11 Wahv moet de indiener van een beroepschrift eerst een bedrag aan zekerheidstelling betalen voordat het beroep in behandeling kan worden genomen. Betrokkene heeft deze zekerheidstelling van € 109,- niet betaald.
Betrokkene heeft aangevoerd de zekerheid niet te kunnen betalen. De kantonrechter geeft betrokkene op dit punt het voordeel van de twijfel. De te betalen zekerheid wordt daarom op nihil gesteld.
Termijnoverschrijding bij officier van justitie
De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat is ingesteld.
De kantonrechter overweegt als volgt. Voor het instellen van beroep bij de officier van justitie geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 22 februari 2022. De officier van justitie heeft het beroepschrift echter pas op 24 februari 2022 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat beroep instellen niet aan hem kan worden toegerekend.
De officier van justitie heeft het beroep dus terecht niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat het beroep tegen die beslissing ongegrond is.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.A. Lequin, en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: