Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
ernstigverkeersgevaarlijk gedrag. Naar het oordeel van de rechtbank zijn in dit geval de verkeersregels in ernstige mate geschonden. Uit de Memorie van Toelichting bij de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten (kst. 35 086, nr. 3, p. 11 en 12) blijkt dat daarbij onder meer kan worden gedacht aan het voor een langere periode met een hoge snelheid rijden. Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij wilde kijken hoe de nieuwe opgevoerde auto van zijn broer aanvoelde. Hij heeft erkend dat hij meerdere keren hard heeft gereden en dat hij aan het “planken” was. Uit de waarnemingen van de verbalisanten volgt over de gereden snelheid dat verdachte gedurende ongeveer zeven minuten meerdere keren twee keer zo hard reed als toegestaan. Daarnaast heeft verdachte meermalen zeer dicht achter een ander voertuig gereden, heeft hij een auto rechts ingehaald en heeft hij meermalen geen richtingaanwijzer gebruikt bij het wisselen van rijstrook. Onder deze omstandigheden in samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat verdachte de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden en het niet anders kan dan dat hij dat ook met opzet heeft gedaan.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
twee weken;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;