ECLI:NL:RBZWB:2024:217
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake beëindiging betalingsregeling door de Sociale Verzekeringsbank
Op 18 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en verzoekers, vertegenwoordigd door mr. R. Küçükünal. Verzoekers hebben een voorlopige voorziening gevraagd tegen het besluit van de SVB van 16 november 2023, waarin werd medegedeeld dat incassomaatregelen in het buitenland zouden worden gestart en dat de lopende betalingsregeling per december 2023 zou worden beëindigd. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om de betalingsregeling te continueren, omdat zij vrezen voor financiële problemen door de incassomaatregelen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de procedure voor voorlopige voorzieningen bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. De spoedeisendheid van het verzoek is daarbij van groot belang. Verzoekers stelden dat het beëindigen van de betalingsregeling hen zou confronteren met incassoprocedures, wat hun financiële situatie zou verergeren. Echter, de voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat verzoekers daadwerkelijk een spoedeisend belang hadden bij het treffen van de gevraagde voorziening. Bovendien werd vastgesteld dat de SVB op dat moment geen extra kosten in rekening bracht en dat er geen invordering plaatsvond.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat er geen evident onrechtmatig besluit was van de SVB. De voorzieningenrechter liet in het midden of de bestuursrechter bevoegd was om te oordelen over het besluit tot incassomaatregelen in het buitenland. De uitspraak werd gedaan door mr. V.M. Schotanus, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.M. van Hees, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.