Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
- feit 1: in de periode van [datum] 2018 tot 23 augustus 2019 ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen bij [slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
- feit 2: in de periode van [datum] 2018 tot 23 augustus 2019 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 18 maart 2024;
- het proces-verbaal van studioverhoor slachtoffer (pagina 25 van het eindproces-verbaal met nummer PL2000-2019201126 / ZBRBC22063).
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
first offender120 uur taakstraf genoemd. Daarnaast heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in verglijkbare zaken worden opgelegd en daarbij aansluiting gezocht. In strafmatigende zin houdt de rechtbank er rekening mee dat het gaat om een misdrijf dat al wat langer geleden heeft plaatsgevonden (de periode [datum] 2018 tot 23 augustus 2019).
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder feit 1 ten laste gelegde feit;
een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 120 uren, te vervangen door 60 dagen jeugddetentie, waarvan 40 uren, te vervangen door 20 dagen jeugddetentie, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden: